Bij dit hoofdstuk volgen de foto's nog
Het westen van Hongarije grenst aan Slovenië en Oostenrijk en is een heuvelachtig, glooiend gebied, rijk aan monumenten. Een van deze monumenten is de Hoofdabdij van Pannonhalma, de plaats waar vele Hongaarse cultuurschatten worden bewaard. De abdij staat op de Werelderfgoedlijst. Er zijn in deze regio volop mogelijkheden voor vaar- en fietstochten, er zijn prachtige wandelgebieden en de regio heeft een aantal goede wijngebieden.
Bük
Deze plaats ligt bij de grens met Oostenrijk en is in heel Europa bekend om zijn thermaalbad. Dit kuurbad van Bük (Termál körut 2) is al gedurende zesendertig jaar in dienst van de geneeskunde. Het badcomplex is vijfendertig hectare groot en van de veertien thermaalbaden zijn er vier het gehele jaar geopend. Er zijn kuren voor mensen die lijden aan aandoeningen van het bewegingsapparaat en ook voor patiënten met spijsverteringsklachten of problemen van de bloedsomloop. Tevens worden er reumatologische en fysiotherapeutische behandelingen gegeven. Vakantiegasten kunnen gebruik maken van het recreatiepark en de Birdland Golf & Country Club die met haar 9 en 18 holes-golfbanen behoort tot de mooiste golfcentra in Hongarije.
Fertõd
Het Esterházy-slot in Fertõd is het grootste en mooiste barokkasteel in Hongarije (Bartók Béla u. 2).
De bouw van dit ‘Hongaarse Versailles’ begon in 1720 en duurde zesenveertig jaar. Opdrachtgever was de welgestelde, adellijke Hongaarse familie Esterházy, die er een grote hofhouding op na hield. De slottuin is prachtig aangelegd in barok-rococo-stijl.
Joseph Haydn (1732-1807) heeft hier als hofcomponist meer dan tien jaar gewoond. Nu is er in het slot een museum ingericht, waarin het achttiende-eeuwse kasteelinterieur centraal staat. Zeer fraai zijn de met houtsnijwerk versierde meubelen, de gobelins en het chinese porselein. In het barokke Huis van Muziek (Madách sétány 1) toont de Haydn-gedenkkamer een tentoonstelling over deze wereldberoemde componist én dirigent van het Esterházy-huisorkest.
Gyõr
Gyõr, de stad van de rivieren, het Arrabona van de Romeinen en een bijna duizend jaar oude bisschopszetel, de stad ook waar Napoleon in 1809 een veldslag won, is vanwege de gezellige binnenstad en de prachtige barokke gebouwen een populaire school- en industriestad. De oude kern van de stad ligt bij de Káptalan-heuvel aan de monding van de drie rivieren de Donau, Rába en Rábca.
Aan de afgeknotte toren is de bisschopsresidentie (Káptalan domb 5/A) van veraf herkenbaar. De oudste gebouwen zijn de dertiende-eeuwse woontoren en de vijftiende-eeuwse gotische Dóczy-kapel. Op het Apor Vilmos püspök-plein stond al in 1030 de romaanse voorganger van de tot basilica minor uitgeroepen bisschoppelijke domkerk. Vierhonderd jaar later is daar ter gelegenheid van de heiligverklaring van Koning Ladislaus I (1077-1095) de gotische Sint Ladislauskapel (Héderváry-kápolna) bijgebouwd. In deze kapel staat de vergulde zilveren buste van Sint Ladislaus, het pronkstuk van de middeleeuwse siersmeedkunst van Hongarije.
Verder bezit deze kerk twee ‘zwarte-altaren’. De fresco’s zijn van de hand van A.F.Maulbertsch, de rococo-lijst van de pièta is een waar meesterwerk. In 1731 verrezen er in de nabijheid van de kerk twee fraaie voorbeelden van barokkunst: het beeld van de heilige aartsengel Michael (Apor Vilmos püspök tér) en de Ark des Verbonds (Gutenberg tér). In het Seminarie-gebouw (Káptalan domb 26) wordt de historische collectie van het diocees bewaard: de schatkamer en de bibliotheek bevatten kunstschatten uit duizend jaar christelijke geschiedenis. De kostbaarste kunstobjecten zijn de ivoren triptiek, het zestiende-eeuwse Christus-beeld, de achttiende-eeuwse monstrans en de liturgische objecten in de collectie van Zichy. In de bibliotheek bevindt zich de grootste codex van het land.
Kunstwerken van Miklós Borsos (1906-1993), de grote beeldhouwer van de vorige eeuw, zijn te bekijken in het naar hem genoemde museum (Apor Vilmos püspök tere 2).
In de steencollectie in de kazemattten van de burcht (Bécsi kapu tér 5) bevinden zich Romeinse grafmonumenten en grafzerken uit later tijd en op de zolder van het in classicistische stijl gebouwde Kreszta-huis (Apáca u. 1) staan de charmante beelden van Margit Kovács (1902-1977). Het symbool van de stad is de IJzeren Haan op de fontein op het Duna-kapuplein. Deze haan verkondigde in 1594 het nieuws dat de burcht, die overigens later door Napoleon werd verwoest, in handen van de Turken was gevallen. Een van de bekende monumentale huizen aan het Széchenyiplein is het Huis met IJzeren Blok (nr. 4). Hier is de verzameling van werken van Imre Patkó te zien met twintigste-eeuwse beeldende kunst en kunstnijverheid uit Afrika en Oceanië. Op de hoek staat een huis met een met spijkers bewerkte boomstronk; dit was een ‘uithangbord’ van een negentiende-eeuwse kruidenierswinkel.
Een schitterend barokpaleis is het Apátúr-huis (nr.5). In deze vroegere residentie van de hoofdabt bevinden zich thans de collecties van het János Xantus Museum: een rijke stads- en kunsthistorische tentoonstelling, een collectie kunstnijverheid en een postzegelverzameling. Op het plein staan verder nog drie gebouwen van de benedictijnen: het interieur van de Heilige Ignacius van Loyolakerk is een kopie van de Il Gesu-kerk in Rome, Het pronkstuk hier is de preekstoel. Op de begane grond van het klooster (nr.9) is nu het Széchenyi Apotheekmuseum gevestigd. Het museum heeft een vroeg-barokke inrichting en schitterende fresco’s. Tijdens een stadswandeling is het de moeite waard het Zichy-paleis op te zoeken (Liszt Ferenc u. 20) waar trouwerijen en concerten worden gehouden. Let u eens op de smeedijzeren ornamenten van het oude stadhuis (Rákóczi u.1), het imposante neo-barokke nieuwe stadhuis (Városház tér), de Toscaanse, met zuilen omgeven binnenplaats van de Hongaarse Ispita (Rákóczi u.6) en het Rosalie-huis (Kazinczy u. 21) met het voor de stad zo kenmerkende, rijk versierde dichte balkon. Het stadsmuseum (Rákóczi u. 6.) bevat Romeinse en Griekse siervoorwerpen, renaissance en barokmeubels, beelden en schilderijen en Chinees porselein. Ook zijn er verschillende exposities: moderne grafiek, beelden van Miklós Borsos en keramiek van Margit Kovács. Het achttiende-eeuwse Mariabeeld van de Karmelietenkerk mag dan een van de mooiste Hongaarse beelden zijn, het klooster is nu een hotel waar op de binnenplaats concerten worden gegeven. In het Esterházy-paleis (Király u. 17) is het stedelijke schilderijenkabinet ondergebracht met vele belangrijke twintigste-eeuwse Hongaarse kunstwerken.
Ják
De mooiste Hongaarse kerk uit de romaanse tijd is de monumentale Sint Joriskerk, de vroegere benedictijner abdijkerk in Ják. De kerk is gebouwd tussen 1214 en 1256 en een verkleinde versie staat in Boedapest in de Vajdahunyad burcht. Het prachtige portaal is versierd met zeer veel gedetailleerde beeldjes, het interieur van de kerk wordt door reusachtig pilaren in drieën gedeeld, de muren zijn voorzien van zevenhonderd jaar oude fresco’s. De aan de overkant gelegen even oude Sint Jacobkapel is ook een interessant monument.
Kõszeg
Misschien is dit enige stad op de wereld waar ook om 11 uur de klokken gaan luiden ter herinnering aan de overwinning op de Turken in augustus 1532. De verdedigers van de burcht van Kõszeg wisten zich onder leiding van burchtkapitein Miklós Jurisics vijfentwintig dagen lang staande te houden tegenover de aanvallen van het Turkse leger van Sultan Suleiman.
De Jurisics-burcht (Rájnis József u. 9) met zijn vier torens werd in de dertiende eeuw gebouwd, maar verkreeg pas na de brand in 1777 zijn huidige vorm. Het grootste bolwerk van de stadsmuur is de Oude toren van Zwinger, in het burchtmuseum bevinden zich de wapens die gebruikt werden tijdens het beleg, historische voorwerpen uit de geschiedenis van de stad Kõszeg en interieurs uit de achttiende en negentiende eeuw. Op de binnenplaats van de burcht worden de zomerspelen van het burchttheater van Kőszeg gehouden.
De stad heeft een van de mooiste binnensteden van Hongarije: rondom het Jurisicsplein staan prachtige monumenten zoals de imposante toegang, de Heldenpoort, die gebouwd werd ter gelegenheid van de vierhonderdste herdenkingsdag van het Turkse beleg. Verder staat aan de rechterkant op nr. 2 het Lábasház (Huis met de voeten). Vrijwel elk huis is hier een monument. In het in late renaissance-stijl gebouwde Generaal-huis (nr.4-6) bevindt zich het stadsmuseum met een tentoonstelling over de gilden en ambachten van de stad zoals klokkenmaker, wolkammer, slachter, kapper, honingkoekenbakker, slotenmaker, kapper, wever, fotograaf. In het vijfhonderd jaar oude stadhuis (nr.8) zijn alle bouwstijlen vertegenwoordigd, van de vijftiende-eeuwse gotiek tot en met de barok.
Bijzonder voor Hongarije is het fraaie ‘sgraffito’huis (nr.7). Op nr. 11 bevindt zich het Apotheekmuseum de Gouden Eenhoorn met de mooiste apothekerswerktuigen en geneeskrachtige kruidenverzamelingen van meerdere apotheken. De Heilige Imre-kerk laat een mengeling van stijlen zien, de Sint Jacobkerk op het Jurisics tér is het oudste en mooiste monument van Kõszeg met een laat-gotisch priesterkoor en een houten Madonna beeld, een meesterwerk uit de vijftiende eeuw. De prachtige ramen en de fraai gekrulde neo-gotische zuilen maken de Heilig Hartkerk (Várkör) tot een van de mooiste gebouwen van het de stad.
Kõszegi-hegység (Gebergte Köszeg)
Het beschermde natuurgebied van Kõszeg heeft een zeldzame plantenrijkdom en herbergt verscheidene bezienswaardigheden. Een geliefd doel voor toeristen vormen de Zevenbronnen die herinneren aan de zeven stammen die in 896 het land in bezit namen. Ook interessant zijn de in de achttiende eeuw gebouwde Stájer-huizen en de top (883 meter) van de Irott-kõ, het hoogst punt van Transdanubië. Een bezienswaardigheid van het plaatsje Cák wordt gevormd door een rij van acht wijnkelders met strooien daken, die de monumentenstatus geniet. Hier worden tijdelijke wijn- en wijnbouwtentoonstellingen gehouden. Boven het vakantiedorpje Velem met zijn sub-alpine klimaat staat op de top van een 568 meter hoge berg de dertiende-eeuwse Sint Vitus-kapel. Het uitzicht van hier is adembenemend. In Bozsok staat in een beschermd landschapspark het oorspronkelijk als koninklijk jachtslot gebouwde Sibrik-kasteel.
Nagycenk
Het Széchenyi-kasteel (Kiscenki út 3) dat in 1840 gemoderniseerd werd en van gasverlichting werd voorzien behoorde tot het familiebezit van Graaf István Széchenyi (1791-1860). Széchenyi was een bekend politicus uit de historische periode van maatschappelijke vernieuwing in Hongarije, nl. de revolutie en vrijheidsoorlog van 1848 –1849. Tevens bouwde hij de eerste vaste Donau-brug (de Kettingbrug) en richtte hij de Hongaarse Wetenschappelijke Academie op. Hij was de stuwende kracht achter het begin van de stoomscheepvaart op de Donau en zette in Hongarije de renpaardenfokkerij op. In het kasteel is nu het Herdenkingsmuseum István Széchenyi opgericht dat een uitgebreide tentoonstelling biedt over het zeer drukke leven van deze ‘Grootste Hongaar’. De museumtrein van Széchenyi brengt u naar Fertõdobozwaar de classicistische Gloriette een uniek uitzicht biedt op het Fertõ-meer. In het Locomotief Museum vindt u stoomlocomotieven, personen- en vrachtwagons en wagons voor houtvervoer uit de vroege spoorwegtijd. Het kasteel en het 2600 meter verderop gelegen familiegraf zijn verbonden door een rij bomen, bestaande uit vierhonderdvijftig stuks kleinbladige linden, die tweehonderdvijftig jaar geleden werden geplant en die een beschermde status genieten. Graaf István Széchenyi ligt samen met zijn echtgenote begraven in het familiemausoleum op de begraafplaats die door Graaf Ferenc Széchenyi, de oprichter van het Hongaars Nationaal Museum, is gebouwd.
Pannonhalma
Op de in de middeleeuwen reeds als heilige berg bekende Sint Martinusberg staat al duizend jaar het pronkstuk van de Hongaarse bouwkunst, de Benedictijner Abdij van Pannonhalma. Dit ‘Oudste huis van Hongarije’, dat door de UNESCO als werelderfgoed wordt beschouwd, werd op zijn duizendste verjaardag vereerd met een bezoek van Paus Johannes Paulus II. In de dertiende-eeuwse basiliek worden nu orgelconcerten gehouden. Grote waarde hebben het Gotische sanctuarium met sterrengewelf alsmede de kapellen en de in 1001 ingewijde onderkerk.
Eveneens waardevol zijn de prachtige gebeeldhouwde rood-marmeren poort in renaissance stijl en de bibliotheek, een van de grootste benedictijner bibliotheken en archieven ter wereld, met 360.000 boeken (hier wordt de eerste Hongaarse geschreven tekst uit 1055 bewaard, nl. de Stichtingsakte van de Abdij van Tihany). De wetenschappelijke en kunsthistorische waarde van de bibliotheek is bijzonder groot. In de Schilderijencollectie van de Hoofdabdij in Pannonhalma (Vár 1) worden tijdelijke tentoonstellingen gehouden en de rijke muntverzameling bevat vele Romeinse munten. Ook vandaag de dag wordt de onderwijstaak van de benedictijner orde in ere gehouden: in het klooster bevindt zich een gymnasium met internaat.
Tegenover de ingang van het klooster ligt het beschermde arboretum van de abdij, waarvan het ene gedeelte het kloosterpark is en het andere gedeelte een vrij toegankelijk parkbos met mooie wandelpaden. 100 jaar geleden werd het Millenniummonument opgericht werd ter herinnering aan de duizendste verjaardag van de intocht van de Hongaren in Europa.
Sárvár
De lange stenen brug voert u naar het vroegere, door een gracht omsloten, vijfhoekige Nádasdy-burchtkasteel (Várkerület 1), dat sinds de vijftiende eeuw als vesting en adellijke woonplaats heeft dienst gedaan. Het hier gevestigde Ferenc Nádasdy Museum is door zijn rijk versierde interieur en kostbare inrichting een van de mooiste kasteelmusea. Er zijn exposities over de geschiedenis van het samengroeien van stad en burcht, over het leven van de Hongaarse huzaren en over de uitgebreide kunstnijverheid. Aan de kant van de Gyöngyös-beek staat het Arboretum Sárvár (Várkerület 30) met de 36 meter hoge piramide-eik en de vier, ruim driehonderd jaar oude, eikenbomen. Het zouthoudende water van het thermaalbad (Vadkerti u. 1) wordt bij reumatische aandoeningen, na botbreuken en voor het behandelen van gynaecologisch klachten gebruikt. In de vorm van een kuur ter plaatse kunt u werken aan algehele regeneratie en conditieverbetering. Ook kunt u de middels indamping verkregen thermaalkristallen aanschaffen voor gebruik thuis.
Sopron
De stad Sopron is veruit het rijkst aan monumenten van alle steden in Hongarije. De stad is omsloten door wijngaarden en de met dennenbossen overdekte Lővérek en heeft een subalpien klimaat. In 1975 werd aan deze kleine stad bij de Oostenrijkse grens de Europa Nostra prijs uitgereikt. Als het Romeinse Scarbantia vormde Sopron de belangrijkste halteplaats van de Barnsteenroute, de noord-zuidroute die dwars door Europa liep.
Stenen overblijfselen van het rijke forum werden gebruikt als basis voor de eenenzestig meter hoge Tűztoren (Fõ tér 1) die een prachtig uitzicht over de stad biedt en waar een stadshistorisch museum is gevestigd. Op het sfeervolle barokke Hoofdplein domineert de in barokstijl ingerichte benedictijner kerk (Templom u.) dat een gotisch gewelf heeft en in de volksmond Geitenkerk wordt genoemd. In deze kerk werden in de zeventiende eeuw kroningen en parlementsvergaderingen gehouden.
Een van de meest bezochte musea van het land is het Storno-huis met een barok hoekbalkon (Fõ tér 8), dat zeer veel interessants biedt, o.a. de antieke verzameling van de bekende collectionneurs uit de Storno-dynastie. Het Generaal-huis (Fõ tér 7) was de woonplaats van de zeventiende-eeuwse burgemeesters en voor de garnizoenkapiteins van de stad. Het driehonderd jaar oudere Fabricius-huis (Fõtér 6) is een van de prachtigste monumenten ter wereld. De inrichting en het meubilair is een afspiegeling van de 17-18e eeuwse burgersmaak: In de middeleeuwse kelder is de Romeinse beeldencollectie te zien die het Capitool in Rome sierde: de Trias-beeldengroep. Het Gambrinus-huis (Fõ tér 3) is eveneens een gotisch gebouw. Het Apothekershuis (Fõ tér 2) bevat de mooiste inrichtingen en zeldzame farmaceutische boeken van Sopron.
Het Heilige Drievuldigheidsbeeld uit de zeventiende eeuw is een vooraanstaand werk van de Hongaarse barokke beeldhouwkunst. In de lutherse kerk (Templom u.), waarin een verguld houten altaar en een fraaie bewerkte houten preekstoel om de aandacht vragen, worden met regelmaat orgelconcerten gehouden. Het mooiste neo-gotische bouwwerk van de negentiende eeuw is de Orsolyita-kerk (Orsolya tér 2). Voor de kerk staat een achttiende-eeuwse Mariafontein. In het oratorium bevindt zich een collectie kerkelijke kunst, waaronder prachtig houtsnijwerk en edelsmeedkunst. Het Caesar-huis (Hátsókapu 2) is te herkennen aan het renaissance hoekbalkon. Het is als een sfeervol wijnhuis ingericht en boven is aquarellententoonstelling.
De middeleeuwse Oude Synagoge, die aan het eind van de dertiende eeuw werd gebouwd (Új u. 22) toont de joodse geloofswereld in Sopron. De stijl van het Eggenberg-huis (Szent György u. 12) wordt gekenmerkt door de dertiende-eeuws late renaissance, boven de poort hangt het wapen van Brandenburg en op de binnenplaats met loggia’s het wapen van Hohenzollern. De zeshonderd jaar oude gotische Sint Joriskerk (Szent György u. 2) werd vernieuwd in barokstijl: de fresco’s dateren van de achttiende eeuw. De straten en pleinen van de binnenstad vormen samen het burchtkwartier, waarin veel kleine middeleeuwse huisjes en fraaie winkeltjes te vinden zijn. De zuil van Maria is een schitterend monument. De Zettl-Langer-collectie (Balfi út 9-11) met meubels, archeologische vondsten, wapens en schilderijen streelt uw ogen. Een van de interessantste monumenten van de stad is de Heilige Geestkerk (Szentlélek u.), een gothisch kunstwerk uit de veertiende/vijftiende eeuw. Het driehonderd jaar geleden gebouwde Két Mórház (Twee Morenhuis, Szent Mihály u. 9) is een uitstekend voorbeeld van de barokke burgerlijke bouwkunst. Het voorportaal is voorzien van gekrulde pilaren en wordt door twee Moorse figuren gedragen.
De gotische Heilige Michaelkerk (Szent Mihály u.) is op romaanse fundamenten gebouwd en steekt met zijn toren van 48 m. hoog boven de stad uit. Het interessantse deel van de kerk is het uit hout gesneden Madonna-beeld. De museumstraat van Sopron is de Templom utca (Kerkstraat), waar kostbare kunstverzamelingen elkaar afwisselen. Van het voormalige franciscaner en later benedictijner kloosterhuis (nr.1) is alleen de middeleeuwse Káptalan-zaal over: een zeer waardevol monument uit de dertiende eeuw. Met zijn rijke versiering, schilderijen en fresco’s neemt het een vooraanstaande plaats in in Hongarije. Het Mijnbouwmuseum in het voormalige Esterházy-paleis laat met een spectaculaire maquette de vestiging en de praktijk van de mijnbouw zien en ook is er beeldende kunst en in kunstnijverheid op het gebied van de mijnbouw.
Een bos-, hout- en landmeethistorische verzameling is te zien in het zeventiende-eeuwse Esterházy-paleis (nr.4). In het priesterhuis (nr.12) bevindt zich het Nationaal Luthers Museum. Het in late renaissance stijl gebouwde en van arcaden voorziene Lábas-huis (Orsolya tér 5) toont siersmeedkunst en textiel en het enige Bakkerijmuseum in het land (Bécsi u. 5) toont een bakkerswerkplaats, banketbakkerswerkplaats, een bakkerswoning, een bakkerswinkel en een banketbakkerswinkel. De objecten van het Etnografisch Museum (Deák Ferenc tér 1) laten u de kunstnijverheid van de gemeente Sopron zien met 23 industrietakken en ambachten. Tevens vindt u hier het Ferenc Liszt Museum met stadsgeschiedenis, volkskunst en beeldende kunst.
Rondom de stad rijzen de heuvels op van het Lõvérek-gebied. Dit is een beschermd natuurgebied, een ideaal gebied voor een dagje uit. In de bossen staan bloeiende cyclamen. Het hoogste punt is de Károly-top (398 m) waar een uitzichttoren staat van 23 meter hoog waarvandaan je helemaal in de rondte kunt kijken. Er is hier midden tussen de dennenbossen in een prachtige omgeving een overdekt zwembad (Lõvér körút 82) gebouwd. Met de plaatselijke bus kunt u naar het populaire Tómalom-(plasmolen)bad. De omgeving van de stad biedt ook bezienswaardigheden: in de groene buitenwijk Sopronbánfalva staat op de heuvel de imposante karmelietenkerk en -klooster met barokke trap. Fertõrákos met zijn waterkolonie en de op Egyptisch rotskerken gelijkende steengroeve maakt deel uit van het vogelreservaat van het Nationale Park Fertõ-Hanság: met de stenen uit deze groeve, die al in Romeinse tijd bekend was, zijn heel wat huizen in Wenen gebouwd. Momenteel is er een Grottheater gevestigd. In de zomer vormt een operavoorstelling tussen de gigantische coulissen hier een ongekende belevenis. Via een wenteltrap komt u op het dak vanwaar u rondom een geweldig uitzicht hebt op het Fertõ-meer.