Börzsöny-gebergte (Börzsöny-hegység)
Het romantische Börzsöny-gebergte is bijzonder waterrijk, het telt meer dan 335 bronnen en vele beken met snelstromend water. Met zijn uitgedoofde vulkanische bergtoppen, diep uitgesleten dalen, nauwe passen en fraaie rotsvormen vormt het Börzsöny een prachtig natuurgebied. Van de top van de 939 m hoge Csóványos-berg kijk je tot ver in de omtrek en vanaf de top van de Hegyes is de gehele Donau-bocht te overzien. Het Börzsöny Museum in Szob (Szent László u. 14) biedt een overzicht van de rijke flora en fauna en de archeologische vondsten in dit gebied.
De ommuurde Sint-Stefanuskerk in het prachtige bergdorpje Nagybörzsöny stamt uit de 13de eeuw en is een van de mooiste bergkerken uit de tijd van de Árpád-dynastie. Interessant zijn ook de mijnwerkerskerk (József A. u. 1) en de nog werkende watermolen (Széchenyi tér 10/A). Ook een ritje over de vernieuwde smalspoorlijn door de bossen van het Börzsöny-gebergte naar Nagyirtás-puszta is zeer de moeite waard. Márianosztra is een beroemde bedevaartplaats.
Cegléd
In deze stad begon in 1848 de grote politicus, staatsman en talentvolle redenaar Lajos Kossuth zijn rekruteringscampagne. Het majestueuze standbeeld dat ter gelegenheid van zijn honderdste sterfdag op het Szabadságplein werd opgericht, diende als voorbeeld voor het beeld in New York. De nalatenschap van deze grote staatsman is ondergebracht in de tweeduizend items tellende collectie van het Kossuth Museum (Múzeum u. 5). In de tuin van de classicistische gereformeerde Grote Kerk (Szabadságplein) vindt u het Kossuth-balkon dat afkomstig is uit Bratislava (Pozsony). Op het Kossuthplein staat de classicistische rooms-katholieke Kerk van het Heilig Kruis. Cegléd herbergt verder het enige trommel- en drumstellenmuseum van Hongarije.
Donaubocht (Dunakanyar)
De Donau-bocht biedt een van de mooiste panorama's van het land. De Donau heeft zich hier een weg gebaand door de bergen. Op deze plek vindt u ook de ruïne van het oude Koninklijk Paleis en het landgoed van de koninklijke familie. Vele episoden uit de Hongaarse middeleeuwse geschiedenis hebben zich hier afgespeeld waardoor er hier vele belangrijke historische en culturele monumenten te zien zijn. De bekendste plaatsen op de rechteroever van de Donau zijn Dömös, Esztergom, Szentendre en Visegrád en op de linkeroever Nagymaros, Vác, Vácrátót, Verõce en Zebegény.
Dömös
Het koninklijk paleis dat hier op een van de mooiste plekken langs de Donau-bocht werd gebouwd was ooit de geliefde verblijfplaats van de koningen van het huis Árpád, de eerste Hongaarse dynastie.
De crypte van de gerestaureerde kerk (Béla király-straat) is een prachtig voorbeeld van de romaanse bouwkunst in Hongarije. In de Kunstgalerij kunt u kennis maken met de locale geschiedenis van Dömös (Táncsics u. 2).
Esztergom
Esztergom, de stad aan de Donau, is de zetel van de katholieke aartsbisschop van Hongarije. De bouw van de burcht van Esztergom werd in het jaar 972 voltooid en in 975 werd hier de eerste Hongaarse koning geboren, de Heilige István. István was de stichter van de Hongaarse staat en regeerde van 1000 tot 1038.
De aartsbisschoppelijke basiliek (Szent-Istvánplein) werd in de negentiende eeuw in classicistische stijl gebouwd en is hét symbool van de stad. Het is de grootste kerk van het land en bezit een van de grootste op linnen geschilderde altaardoeken van de wereld. Kenmerkend voor de basiliek is de met rood marmer afgewerkte Bakócz-kapel, die driehonderd jaar ouder is dan de kerk, en een uniek voorbeeld van de renaissance bouwkunst. De Bisschoppelijke schatkamer bevat de grootste collectie religieuze kunst van het land: ruim 400 objecten van siersmeedkunst, borduur- en weefkunst, waardevolle hoornen bokalen, misgewaden, de Suky-kelk (een meesterwerk van gotiek) alsmede de gouden monstrans van koning Matthias. In de crypte bevindt zich tegenwoordig de laatste rustplaats van aartsbisschop József Mindszenty, die als martelaar wordt vereerd en wiens graf een bedevaartplaats is geworden. Van de nabijgelegen ruïne van het romaanse koninklijk paleis zijn de koninklijke huiskapel, de met fresco’s versierde burchtkapel en een rozetvenster intact gebleven. In het Burchtmuseum (Szent-Istvánplein 1), dat in de gerestaureerde zalen van dit paleis van de koningen uit de Árpád-dynastie is ingericht, is een overzicht te zien van de geschiedenis van de burcht. In het aartsbisschoppelijk paleis (Berényi Zs. u. 2), de woonplaats van de aartsbisschop van de Hongarije, bevindt zich het Christelijk Museum (Keresztény Múzeum) met na Boedapest de belangrijkste kunstcollectie. Van deze verzameling middeleeuwse Hongaarse kunst dienen met name de Kruisweg uit 1427 en het praalgraf van Garamszentbenedek te worden genoemd. Er is bovendien een bijzondere verzameling kunstwerken uit het buitenland: van meesterwerken uit de vroege Italiaanse renaissance tot moderne religieuze schilderkunst.
De woonhuizen en het stadhuis geven het Széchenyiplein een barok karakter. Een al even barok uiterlijk heeft de wijk 'Waterstad' met o.a. de karakteristieke franciscaner kerk met dubbele toren en naastgelegen klooster (Pázmány Péter u. 18). In het Balassa Bálint Museum (Mindszentyplein 5) bevindt zich een schat uit de zestiende eeuw. Tenslotte noemen wij nog het het Duna Museum (Kölcsey Ferenc u. 2) dat een overzicht geeft van de geschiedenis van de Donau en het Hongaarse waterstaatkundige beheer.
Fót
De van veraf zichtbare rooms-katholieke kerk is een belangrijk exemplaar van de romantische bouwkunst in Hongarije. Pronkstukken zij hier het plafond metbeschilderde houten panelen, de marmeren beelden in de crypte en het wondermooie met zwart graniet ingelegde altaar.
Gödöllõ
Het tweehonderdvijftig jaar oude koninklijke paleis (Szabadságplein 1) is een van de grootste paleizen van Hongarije. Het is een typisch voorbeeld van de Hongaarse barok. Het kasteel werd vaak en graag bezocht door keizer Franz Josef en zijn echtgenote koningin Elisabeth, de bij de Hongaren zeer geliefde Sissi. Het versierde trappenhuis, de feestzaal, de salon, het boudoir en de slaapkamer van de koningin alsmede de werkkamer en het rookvertrek van Franz Josef hebben alle hun oude luister teruggekregen.
In de feestzaal en op de binnenplaats van het kasteel worden concerten en festivals gehouden. In het Elisabeth-park, waar de herinnering aan de populaire koningin met een prachtig standbeeld levend wordt gehouden, bevindt zich tevens de slotkapel met een fraaie kruisweg.
In het Stedelijk Museum van Gödöllõ (Szabadság plein 6) zijn werken te zien van de kunstenaars van de kunstenaarskolonie Gödöllõ uit de periode 1901–1920. De kolonie wordt als de wieg van de Hongaarse Jugendstil beschouwd. Verder kunt u in dit museum nog oude meubels en een natuurwetenschappelijke expositie bekijken.
In Máriabesnyõ staat een bedevaartskerk die de rang basilica minor heeft. De kerk heeft een zevenhonderd jaar oud Maria-beeld, waaraan allerlei wonderen worden toegeschreven. De kerk is hierdoor een beroemde bedevaartplaats geworden.
Aan de rand van Mogyoród staat de Hungaroring. Op dit circuit worden half augustus Formule 1 races gereden, de Grand Prix van Hongarije. Langs de rivier de Galga is de volkskunst nog een levende traditie: bijna ieder dorp heeft er wel zijn eigen klederdracht, een monument dat als een streekmuseum fungeert en en een volksdansgroep waarin meerdere generaties hun beste beentje voorzetten.
Nagymaros
Dit grotendeels uit de middeleeuwen daterende stadje is tegenwoordig bekend vanwege de watersport op de Donau. Het meest complete uitzicht op het stadje krijgt u vanaf de andere kant van de Donau vanaf het uitkijkpunt Julianus (Hegyestetõ, 482 m). Tussen Visegrád en Nagymaros kunt u met de pont oversteken. Het mooiste gebouw van Nagymaros is de katholieke kerk (Szent-Imreplein), een voorbeeld van veertiende-eeuwse gotiek.
Ócsa
De hervormde kerk van Ócsa, oorspronkelijk gebouwd als basiliek van de premonstratenzer proosdij (Bercsényi u. 2) is een indrukwekkend exemplaar van dertiende-eeuwse romaanse bouwkunst. Midden tussen boerenhuizen met rieten daken staat het streekmuseum van het natuurbeschermingsgebied van Ócsa (Bercsényi Miklós u. 4). Het museum toont een originele boerenkamer met prachtige voorbeelden van volkskunst. Tevens is er een expositie over de geschiedenis van het onderwijs.
Op het kerkhof (Temetõ u.) vallen de typische houten grafzerken op (in het Hongaars: kopjafa).
In de wijngaarden van de Öreg-hegy bewaart men de lichte wijnen van Ócsa in kelders die in de aarde worden ingegraven.
Pilis-gebergte (Pilis hegység)
De grotten van het Pilis-gebergte werden reeds door de prehistorische mens bewoond en ook de Romeinen bouwden hier langs de Donau al versterkingen. Maar de hedendaagse toerist komt hier vanwege het romantische landschap. De hoogste top is de Pilis-tetõ (756 m). Het natuurbeschermingsgebied Pilis is in 1981 door de UNESCO aangewezen als natuurreservaat. Het is voor wandelaars en natuurliefhebbers dan ook goed toeven in de bossen van Pilis. Het nauwe dal van deDera-beek is bereikbaar vanuit Pilisszentkereszt, een oeroude magische plek. Vanuit Pomáz kun je naar de Holdvilág-kloof en vanuit Dömös starten zelfs verschillende wandelroutes. De fraaie, maar ontzagwekkende Rám-kloof is alleen voor geoefende bergbeklimmers geschikt. Wel kunt u in ieder seizoen naar de grillige rotsformaties van Vadálló-kövek, naar de Prédikálószék met het fraaie uitzicht op de Donau-bocht, naar het bijzonder fraaie Búbánat-dal, naar het Hideglelõs kruis en naar de uitzichttoren en het museum van Dobogókõ. ’s Winters staat ook een aantal skipistes tot uw beschikking.
Ráckeve
Ráckeve en omgeving vormen een populair hengel- en watersportgebied. Het stadje zelf ligt prominent aan de zogeheten Donau-tak van Ráckeve. Het prachtige barokke zeventiende-eeuwse Savoya-kasteel (Kossuth L. u. 95) doet momenteel dienst als conferentiecentrum. De Servische kerk (Viola u. 1) is de enige gotische oosters-orthodoxe kerk van het land. Bijzonder fraai zijn het met sterren getooide gewelf, de rococo-iconostase en de Byzantijns-middeleeuwse fresco's. In het Árpád Museum (Kossuth Lajos u. 34) staan de werking van watermolens en het leven van watermolenaars centraal. Tijdens de paardendagen van Apajpuszta in juli kan men kennis maken met de tradities van de herders van de Kiskunság-streek. (Apajpuszta ligt op een afstand van 12 km van Dömsöd.)
Százhalombatta
Het Matrica Museum (Gesztenyés weg 1–3), genoemd naar de Romeinse naam van de stad, laat vierduizend jaar geschiedenis zien, van bronstijd tot heden.
Bijzonder interessant is het het Archeologisch Park, een zes ha. groot openluchtmuseum over de brons- en ijzertijd (István király weg 4). Hier kan de bezoeker als het ware een reis door de tijd maken en zelf net als in vroeger tijden eetgerei en juwelen vervaardigen, weven en spinnen. Over de prehistorische begrafenisrituelen is een multimediashow gemaakt die vertoond wordt in een 2700 jaar oude grafheuvel.
Szentendre
Met zijn leuke zigzagstraatjes en nauwe steegjes, met de zeven kerktorens, de bontgekleurde huizen, de mediterrane sfeer en de talloze musea geldt Szentendre als de fraaiste stad van de Donau-bocht.
In de zestiende en zeventiende eeuw zochten vele Serviërs die voor de Turken waren gevlucht in Szentendre een veilig heenkomen. Vier van de kerken die zij hier stichtten, behoren nog steeds tot de oosters-orthodoxe kerk: de rococo Blagovestenska-kerk (aan de Fő tér ofwel Hoofdplein), de Požarevačka-kerk (Kossuth u. 1), de Preobraženska-kerk (Bogdányi weg 42) en de hoofdkerk met versierd voorportaal: de Beograda-kathedraal of Saborna (Alkotmány u.). De Čiprovačka-kerk (Dumtsa J. u.) is overgenomen door de rooms-katholieke kerk en heet nu Petrus en Pauluskerk)en de Opovačka-kerk (Rákóczi u. 14), door de hervormde kerk. De Servische kerken evenals het Servisch-orthodoxe Museum voor religieuze kunst (Pátriárka u. 5) zijn met de iconen, het siersmeedkunst en andere kerkschatten een bezichtiging zeker waard. De rooms-katholieke kerk (Templom plein) staat op de burchtheuvel en stamt uit de dertiende-veertiende eeuw. Aan de kerkmuur hangt een van de oudste zonnewijzers van het land.
In de stad dient alles de nostalgisch ingestelde toerist: winkeltjes, restaurantjes, uithangborden, monumenten, ornamenten op de huizen. Allemaal even fotogeniek. Bijna het populairste museum van Hongarije is het Kovács Margit Museum (Vastagh György u. 1). Dit museum is gesticht door de keramiekkunstenares Margit Kovács (1902–1977). Het bevat een keur aan prachtige beelden, die bij de bezoeker een gevoelige snaar weten te raken. In het Ferenczy-museum (Fő tér6) staan werken van een zeer talentvolle Hongaarse kunstenaarsfamilie: van Károly Ferenczy (1862–1917), van zijn tweelingkinderen, de gobelinweefster Noémi en beeldhouwer Béni, van zijn zoon, de schilder Valér, en van zijn vrouw.
Sedert de oprichting in 1928 wordt door de Vereniging van kunstschilders van Szentendre in de bijzonder fraaie monumentale huizen overzichtstentoonstellingen georganiseerd rond kunstenaars die in de twintigste eeuw een band hadden met de school van Szentendre of die in deze stad woonachtig waren.
In de Schilderijengalerij van Szentendre (Fő tér 2–5), ingericht in een achttiende-eeuws voormalig Servisch handelshuis en in de Galerij van de Kunstenaarskolonie (Bogdányi weg 51) worden wisselexposities van hedendaagse kunstenaars gehouden. In het Szabó Marsepeinmuseum (Dumtsa J. u. 14) wordt dit zoete product fantasievol gepresenteerd, terwijl in het Dobos Banketbakkersmuseum echte chocoladetaart met karamelglazuur wordt aangeboden. Het Huis van volksvlijt (Rákóczi u. 1) toont etnografische voorwerpen uit de omgeving, het Romeinse Lapidarium (Dunakanyari boulevard 1) laat antieke vondsten zien afkomstig uit de stad Ulcisia Castra uit de eerste tot de vierde eeuw. In een oud molengebouw is een centrum van beeldende kunst en cultuur (Bogdányi u. 32) gevestigd, dat plaats biedt aan hedendaagse kunst. Exposities worden hier afgewisseld met workshops en speciale programma's. In het Nationaal Wijnmuseum (Bogdányi weg 10) vindt u een interessante collectie van goede wijnen. In het Verkeersmuseum (bij het station van de spoortrein naar Boedapest) bevindt zich een unieke verzameling voertuigen afkomstig van het openbaar vervoer.
Skanzen-museum in Szentendre
Het Etnografisch Openluchtmuseum (Sztaravodai weg 1) ligt op drie km afstand van het centrum en bezit de grootste etnografische verzameling van het land. Vanuit alle landstreken worden hier monumenten bijeengebracht om ze te bewaren voor het nageslacht. Als het openluchtmuseum te zijner tijd helemaal klaar is zullen er 340 gebouwen te zien zijn, afkomstig uit 10 regio's, die de verschillende kenmerken en eigenschappen van de Hongaarse volksbouwkunst in beeld brengen. Op dit moment zijn er zeven regio's compleet alsmede een Grieks-orthodoxe kerk en een Hervormd kerkhof (met grafstenen). Op het terrein van het openluchtmuseum dat van april tot oktober is geopend geven in de weekenden ambachtslieden demonstraties van hun kunnen. Ook worden de Hongaarse traditionele feesten gevierd. In dertien galerijen met werken van hedendaagse kunstenaars kunt u kunst aanschaffen.
Het 31 km lange Szentendre-eiland dat goede recreatieve mogelijkheden biedt, is van hier bereikbaar per pont. Bij Tahi is er ook een een brug. Van de vier plaatsen op het eiland wordt Kisoroszi, dat een golfbaan bezit, het meest bezocht.
Vác
Vác is een duizend jaar oude bisschopsstad aan de oever van de Donau. In 1846 'raasde' met een vaartje van 30 km/u de eerste trein van Pest naar Vác! Vác heeft als enige stad van Hongarije een triomfboog, de Stenen Poort, die in 1746 werd opgericht ter gelegenheid van het bezoek van de Habsburgse keizerin, Maria Theresia.
Het Konstantin-plein wordt gedomineerd door de imposante kathedraal, een fraai exemplaar van Hongaars classicisme. Het bisschoppelijke paleis (Migazzi tér 1) stamt uit de achttiende eeuw. In de kloosterkerk van de Piaristen (Szentháromságplein) staat een bijzonder fraaie tabernakel. Het Március 15.-plein is een van de mooiste barokke pleinen van Hongarije, alle huizen op dit plein staan op de monumentenlijst.
De 'kerk van de witten' (Március 15. plein 24) dankt zijn naam aan de witte pij van de dominicaner monniken. Het rijk versierde altaar is een meesterstuk van de rococo. De tentoonstelling Memento mori in de crypte brengt de begrafenissen van de zestiende tot de negentiende eeuw in beeld en is uniek voor Europa. De Griekse kerk (Március 15. plein 19) was ooit een gebedsruimte maar doet nu dienst als tentoonstellingszaal. Tal van voorwerpen uit de duizend jaar oude historie van de stad worden in het Hincz Gyula-museum (Káptalan u. 16) tentoongesteld en in de middeleeuwse kelder (Széchenyi u. 3) vindt u stenen resten van de stad. De brug over de Gombás-beek is een uniek voorbeeld van een in barokstijl uitgevoerde stenen brug met beelden.
Vácrátót
In Vácrátót bevindt zich een botanische tuin met de grootste systematische plantenverzameling van het land, in totaal twaalfduizend plantensoorten. Een watermolen en een gezellig ruisende beek die je over tal van houten bruggetjes kunt oversteken, maken de sfeer van de hortus compleet. Vóór het Vigyázó-kasteel worden in de zomer concerten georganiseerd.
Verõce
Dit plaatsje is al sinds het einde van de negentiende eeuw een populaire vakantiebestemming. In de villa van de beroemde keramist, Géza Gorka (1894–1971) is een keramiekmuseum ingericht. (Szamos u. 22). Vanaf het naburige Kismaros loopt een smalspoorlijntje naar Szokolya en Királyrét in het Börzsöny-gebergte.
Visegrád
(Foto's Visegrád: Abkarovits Endre)
"Vanuit Visegrád, het aardse paradijs" - zo begon in de vijftiende eeuw de afgezant van de paus zijn brief, toen hij te gast was bij koning Matthias (1458-1490). Ofschoon hij wel gewend was aan pracht en praal was hij toch diep onder de indruk van de schitterende residentie van Matthias. Het bijzonder luxueus ingerichte paleis telde maar liefst 350 kamers verdeeld over twee verdiepingen en bezat met rood marmer versierde fonteinen. Archeologen hebben de binnenplaats, waar ooit tijdens feesten de wijn rijkelijk vloeide, en de Herculesbron van onder een 15 m dikke laag puin en aarde uitgegraven en nauwgezet gereconstrueerd. De oorspronkelijke vondsten liggen tentoongesteld in de Salamon-toren uit de 13de eeuw (Salamon-torony u.). Dit vijf etages hoge bastion is een van de grootste en best intact gebleven romaanse woontorens van Midden-Europa. De toren maakte deel uit van een vestingwal die in de dertiende eeuw werd gebouwd en die de toren aan de Donau verbond met de burcht en de citadel op de heuvel. Dit systeem moest de koninklijke familie bescherming bieden toen zij zich in 1316 vanuit Boeda in Visegrád vestigde. Op de binnenplaats van het bastion worden nu riddertoernooien georganiseerd.
In de citadel die tussen 1245 en 1255 werd gebouwd, is tweehonderd jaar lang de Heilige Kroon bewaard. Ook werd hier in 1335 (sic!) de eerste Midden-Europese 'top' georganiseerd. De vorsten van Polen, Tsjechië en Hongarije sloten hier een economisch verdrag om Wenen buiten spel te zetten. Vanaf de burcht kunt u genieten van een prachtig uitzicht terwijl binnen uw aandacht wordt gevraagd door de vele zalen met fraaie tentoonstellingen.
Niet ver van Visegrád liggen drie heuvels die een bezoekje waard zijn: op de Sibrik-heuvel kunt u de overblijfselen aanschouwen van een Romeins legerkamp uit het jaar 330, op de Fekete-hegy (Zwarte berg) staat de uitzichttoren Nagyvillám en op de Mogyoró-hegy (Hazelnootberg) bevindt zich het grootste recreatiecentrum van de streek met een rodelbaan, een nomadenkamp, camping, bosrestaurant, speelplaatsen en een wildpark.
In het Apátkúti-dal kunt u een wandeling maken naar de Ördögmalmi-waterval en de Magda-bron. De Telgárthy-weide is een ideale plek voor een familiepicknick en in het bos bevindt zich een openluchtzwembad dat zijn thermaalwater betrekt uit het Lepence-dal.
Zebegény
Het schitterende landschap rondom de grote bocht van de Donau was een grote inspiratiebron voor de schilder István Szõnyi (1894–1960). In zijn voormalige atelier, thans museum (Bartóky weg 7), zijn tal van zijn scheppingen te zien. De rooms-katholieke kerk (Petõfiplein) is een fraai voorbeeld van de Hongaarse Jugendstil. In een klein museum gewijd aan de scheepvaartgeschiedenis (Szõnyi-Istvánweg) krijg je een goede indruk van het afwisselende beroep van een kapitein uit Zebegény.
Zsámbék
Ofschoon 300 jaar geleden een aardbeving de basiliek en het klooster van de premonstratenzer proosdij uit de 13de eeuw verwoestte, biedt de ruïne nog steeds een imposante aanblik. ’s Zomers worden er theatervoorstellingen gehouden
Curieus zijn in Zsámbék de Turkse waterput (Táncsics u. 16) en het unieke lampenmuseum met twaalfhonderd voorwerpen (Magyar u. 18).