Het Hongaarse wapen: de sabel!

door Valentina Tóth


Ik scherm graag en dat vind ik een heerlijke sport. Ik kan er niet genoeg van krijgen en zou het nog wel meer willen doen. Nederland heeft niet veel wedstrijden en ik kan soms niet omdat ik op een dansacademie zit. De Nederlandse Jeugd Kampioenschappen vind ik het leukst, dan scherm je tegen alle jongens meisjes die meedoen. Ik doe sabel en floret, maar er zijn drie wapens, ook nog degen. Sabel is een echt Hongaars wapen! Daarom vind ik het zo bij me passen. Als ik een sabelwedstrijd doe kan ik alles vergeten om me heen dan zit ik helemaal in de sabel.Maar dat heb ik ook met floret. Want oh, dat is zooooooooooo fijn!!!!! Sabel is echt een wapen voor als je veel energie hebt en je wilt niet dat het alle kanten uitspat maar dat je er echt iets meedoet. Floret is meer elegant en dat vind ik ook mooi, alleen het is een ander SUPER heerlijk gevoel. Voor het Hongarije magazine is de sabel het beste.


In Hongarije staan heeeeeel veel beelden met een wapen. Ik dacht wel eens dat het er een vechtmuseum was (alleen toen was ik jonger dan ik nu ben hoor!). Dat is niet zo. Ze vinden het indruk maken dat een schrijver of een rijke man of één van de macht of de wetenschap een wapen draagt en dat is heel vaak een sabel. In Hongarije hoort het erbij. Er zijn ook veel vechtschilderijen met wapens en dat zijn ook het meeste sabels. In musea zijn echte wapens, dat vind ik zielig omdat er echt mee gevochten is (maar ook weer niet omdat het toch wel een beetje stoer is!) . Er zijn ook een soort ridderspelen bij de burchten, dat is meer theater over geschiedenis. Ik denk dat ieder land zich wel heeft verdedigd. Ik geloof niet dat er altijd mooie dames naar zaten te kijken of om heen te dansen, maar het is leuk om te zien.


De Hongaarse sabel voor jongens en meisjes

De sabel was een wapen voor als je op een paard moest vechten, dan stoven ze over de vlakte, dat heette de poesta. Het is zo plat als in Friesland en zo warm als een hete zomer of zo nat als in de herfst, maar wel uitgestrekter. In sommige parken zoals Horthy Bagy doen ze alsof ze in de oude tijd leven en gaan het nadoen. Hongaren kunnen heel goed wilde paarden berijden en met oude kleding is het een echt theatergevoel. Gelukkig sabelen ze elkaar niet neer, ze draaien rondjes boven hun hoofd en zwaaien om indruk te naken. Dat is Hongaars stoer. Als je het ziet snap je dat je op een paard anders vecht. De sportieve sabel waar ik mee scherm snap je ook beter en zo vind je de geschiedenis. Wij vechten om de lol van de sport en niet om een land te verdedigen of de eer van een vrouw (of een man want ik ben een meisje). In oude verhalen staat dat wel eens.


In Hongarije is schermen populair. Ze zijn vet goed met wereldkampioenen en Olympische. Schermen is niet makkelijk te volgen voor tv, daarom is het geen sport waar iedereen zich mee bemoeit of het erover heeft. Maar schermen is wel één van de oudste Olympische sporten en vrouwen mochten meedoen! Eerst vonden ze sabel te ruw voor dames. Ik zit in de goede tijd. Sabel is een sport waarbij je alles eruit knalt en als je zo bent is het fijn als je sport bij je past. Hongaren kunnen goed sneller en langzamer afwisselen dat is handig bij sabel, maar ook met dansen en muziek.


De sabel is het vervolg op het kromzwaard, dat gebruikten ze eerst te paard. Een sportsabel is anders, met een kling van 105 cm kling voor een volwassene en een kindersabel van 90 cm. De kling is van zwak naar sterk, en dan heb je de kom met metaal over je hand dat beschermt je hand. De elektrische sabel heeft een soort gootje met een elektrisch draadje erdoor dat gaat tot het eind van het wapen. Als je tegen dat draadje drukt met een slag of steek heb je ssjjt onderbreking in de elektriciteit en meestal een treffer en punt. Wat anders is bij sabel is het uiteinde, bij sabel zit daar een soort van heel klein krulletje en bij de andere wapens is dat een dopje! Als ik het in mijn hand heb voel ik me meteen in het schermen. Je hebt verplicht één handschoen aan je schermhand. Je hebt alles links en rechts van kleren en wapens.


De kleding

Soms is het snikheet in een schermpak en je zweet, we lopen er op wedstrijden wel bij hoor! Met gewoon oefenen heb je schermschoenen (of binnensportschoenen) aan, dikke witte schermkniekousen en een schermbroek net over je knieën en het sluit boven je middel (als je te klein bent bij je oksels. Eén keer heb ik in een veel te grote broek geschermd, mijn maat was niet te koop en het zwieberde om me heen. Ik vond het toen ik acht was heel grappig, dat grote mensen bretels hadden, ik noemde het elastieken(nu nog trouwens). Je draagt een t-shirt eschermvest met een bungelelastiek tussen je benen dat het niet kan draaien en je veruit kunt stappen. Het vest is heel dik net als de broek en je sluit de kraag en broek met klittenband. De rits in je vest is schuin om lekker te bewegen. Het pak is van Keflar, dat is in Duitsland uitgevonden, voor de ruimtevaart of zo. Later kwam het bij het schermen, Keflar is heeeeel sterk. Veilige kleding beschermt tegen steken!! Dat is heel belangrijk!!!


Er is nog iets geks voor meisjes: een plastic bh. Vroeger was het nog erger toen hadden ze twee losse grote plastic borstdoppen, net diepe borden en die stopten ze in borstzakjes aan de binnenkant. Mijn moeder had dat toen ze een jaar schermde bij mijn vader. Die plastic bh is een beetje wennen, maar het moet om (als je een meisje bent), Toen ik die kreeg moest ik wel erg giechelen. Je hebt ook een ondervest. Dan komen harde steken minder hard aan! Je doet nog je handschoen aan, zet je masker (geen harnas of motorhelm) op en: klaar voor je oefen-wedstrijd!! In de hele wereld oefenen ze in die pakken met eropsoms een clubversiering.


Wedstrijdspelregels

Bij een grote wedstrijd wordt op masker en vest de afkorting van je land (zoals van auto’s) bij je naam gestempeld door de wedstrijdleiding. Het gevoel dat schermers van overal en alle leeftijden hetzelfde aanhebben is mooi, je hoort bij elkaar! Op de wedstrijd zit een elektrisch vest over je vest en een file de corps, lichaamssnoer door je mouw met een stekker aan je wapenkom ook door je handschoen en elektrisch manchet. Op je rug doe je het aan de loper- katrol en dan je elektrisch masker op en begin: En garde!!


Een treffer maak je met een slag of steek op hoofd, romp tot middel of armen. Niet op benen. Het zijn plaatsen die je op je paard kon treffen. Omdat Hongaren zo hebben gesabeld, is het goed om te weten, maar ik zou niemand willen schaden. Ik scherm omdat ik het heerlijk vind en de sport een elegante houding geeft. Je doet het fier met beleefde regels. Je groet eerst elkaar, de scheidsrechter en het publiek. Net als judo, dat deed ik tot de gele band, toen kwam het spannende schermen. Daar kon ik niet meer stoppen, het is een uitdaging van jezelf.


Schermen: Je staat tegenover elkaar. De loper is het strijdtoneel (hahaha), van 14 meter bij 2 meter. Aan de achterkant is 1 meter extra maar dat is ongeldig. Aan het eind van de loper gaat het snoer van de katrol naar de aanwijsapparatuur naast de loper. Zo zie je wie de treffer heeft met de lampjes en de scheidsrechter zegt: geldig, ongeldig, twijfel.


Schermen is een flitsende verrassingsport. Scheidsrechters moeten heel goed opletten of de treffer op de goede manier en plek zit. Als je zelf niet oplet ben je te laat. Als je niet in jezelf gelooft, gaat het ook niet. Als je luistert naar boe-roepen of dat een ander moet winnen gaat het ook niet goed. Je moet je in jezelf concentreren maar je leven hangt er niet van af. Vroeger wel toen je te paard in de verdediging ging….brrrr. Bij sport is het een gevoel dat je over jezelf heb. Het is mooi dat je jezelf leert kennen, daar heb je echt iets aan bij andere optredens enzo. Dat je bijvoorbeeld voelt dat je je erbij moet houden als je er staat. Op de schermloper. Dat je helemaal in je wapen kunt zitten dat het bijna een windstoot lijkt die uit je geboren wordt is echt een schermgevoel. Dat je kunt spelen en iemand leert kenen terwijl je hem nooit spreekt ook. Je kan het van heel klein tot heel oud doen. Als ik een omaatje ben, hoop ik dat ik nog een potje scherm en voel ik dat ik een oude sport doe met een geschiedenis heeft. En dan voel ik dat het Hongaars is in me.

 

Valentina Tóth

Mostmagyarul!