Hieronder vindt u in leesbaar formaat een deel van ons artikel "Een nieuwe wereld geboren" dat zal verschijnen in voorjaarsnummer 89 van Most Magyarul! Hongarije Magazine.
De aanleiding is de dag van 4 juni 2020, 100 jaar na Trianon.  In een eerder artikel uit Most Magyarul! 66 las u al over de Eerste Wereldoorlog en Trianon.



En dan was er dus de Vrede van Trianon. Hongarije had weinig vrienden in Parijs. Het was niet alleen de verslagen vijand, maar het zag er ook naar uit dat er elk moment een revolutie kon uitbreken, Voor alle naties op de Balkan was de verdwijning van Oostenrijk-Hongarije een buitenkansje en iedereen wilde het onderste uit de kan halen. Zelfbeschikking voor zichzelf maar niet voor de buren. Toen in Parijs onderhandelingen over bijna alles mogelijk leken was het dwaasheid niet te pakken wat je pakken kon. Men kwam met allerlei aanspraken en landkaarten. “Het zou een omvangrijke monografie vergen,” schreef een Amerikaanse deskundige “om een analyse te maken van alle soorten kaartvervalsingen waartoe de oorlog en de vredesconferentie aanleiding hebben gegeven (..) en op de Balkan bereikte de toepassing van dit procedé haar meest briljante hoogtepunt “. 

De vredestichters hadden weinig houvast bij het beoordelen van alle aanspraken.  De Britten kon het niets schelen wat er in Oost-Europa gebeurde en de Fransen waren altijd al zeer gecharmeerd van de Roemenen als mede “Romanen” en zagen het land als een nuttige buffer tegen het Russische bolsjewisme en tegen Duitsland. Op de vredesconferentie kwam de Franse Maarschalk Foch, met een grote kaart om te laten zien dat Roemenië een sleutelrol vervulde in het voorkomen van de vorming van een ononderbroken bolsjewistisch front in het midden van Europa,  Dat speelde de Roemenen in de kaart. Ze bezetten vooruitlopend op de uitkomst van de vredesconferentie Hongaars Transsylvanië en de Boekovina en twistten met Joego-Slavie over de Hongaarse Banaat. Dat laatste was Roemenië inderdaad beloofd in een geheime clausule van het  verdrag van Boekarest uit 1916, waarmee de geallieerden Roemenië overhaalden aan hun kant aan de oorlog deel te nemen.  De Roemenen  hadden geaarzeld en wachtten af welke van de strijdende partijen hun het beste bod zou doen. Eerst sloten ze in 1918  vrede met de Duitsers  en toen de situatie voor hen verslechterde weer niet. Verwarring alom en ondertussen trokken Roemeense troepen voorbij de wapenstilstandslijnen op in Hongarije en Bulgarije. Veel verzet konden de Hongaren niet bieden, Graaf Mihály Károlyi, wiens regering aan de macht was voorafgaand aan de Communistische Radenrepubliek van Bela Kun, had gehoor gegeven aan de oproep van de Amerikaanse president Woodrow Wilson tot pacifisme, en het aanvankelijk nog grote Hongaarse leger van bijna anderhalf miljoen man gedemobiliseerd. De Slowaken zagen de kans schoon en bezetten delen van Hongarije. Ze verzekerden, bij monde van premier Beneŝ,  dat ze dat slechts deden om het dreigende  bolsjewisme in Budapest te bestrijden, en passant stalen ze het laatste kolenveld dat Hongarije nog restte. De Hongaren gingen met de moed der wanhoop in de tegenaanval, de geallieerden protesteerden en de Slowaken moesten zich deels terug trekken maar behielden een gebied met ruim een miljoen Hongaren, alsook de stad Pozsony  (naar het schijnt tegenwoordig Bratislava genoemd) dat naar men beweerde een grotendeels Duitse bevolking had. 


De Roemenen hadden nog andere pijlen op hun boog. Koningin Marie kwam naar Parijs om te lobbyen voor haar land. Ze trachtte onder andere Clemenceau te charmeren. Die verweet haar dat Roemenië het leeuwendeel van de Banaat opeiste. Marie antwoordde guitig: “Dat is precies waarom ik naar mijn volle neef toe ben gekomen, de tijger “. ”Een tijger heeft nog nooit een jong van een leeuwin gekregen” kaatste die terug. 


Niet alles ging voor Hongarije mis. Amerikaanse deskundigen gebrand op een eerlijke etnische verdeling stonden erop dat een overwegend Hongaars gebied rond Szeged bij Hongarije bleef.  Er was een duidelijke trend tijdens de conferentie; Hongarije verdiende straf, Oostenrijk sympathie. Daartoe droeg bij dat Oostenrijk in tegenstelling tot Duitsland en Hongarije te klein was om ooit een bedreiging te kunnen vormen. Over het hoofd werd gezien dat de ware macht in Oostenrijk-Hongarije altijd al in Wenen had gelegen.  Maar ja, net in 1919 was er 133 dagen lang een communistische regering in Boedapest aan de macht en dat zette natuurlijk veel kwaad bloed. Hongarije moest onschadelijk gemaakt worden. De Radenrepubliek van Béla Kun in Boedapest, die volgde op de regering Károlyi zou ongetwijfeld banden hebben met de gehate Russische Bolsjewisten. Het maakte het onmogelijk de Hongaren uit te nodigen voor de vredesconferentie. 


Toch zei de Britse premier Lloyd George; “Wij kunnen niet weigeren vrede te sluiten met de Hongaren omdat hun regering ons niet bevalt “ Uiteindelijk bleek het ondoenlijk de Hongaren op te trommelen vanwege hun gevechten met de buren. De Oostenrijkers maakten van de heersende trend haar mild te behandelen listig gebruik door een brede strook land in het westen van Hongarije op te eisen. Ze beweerden dat het merendeel van de bevolking daar Duits was, maar in werkelijkheid had het gebied nooit onder Oostenrijks bestuur gestaan en zag de bevolking zelf het land als deel van Hongarije. Een Brits deskundige zei dat het geen zin had de mensen aldaar te vragen hoe het zat omdat zij door de communistische revolutie in Boedapest  “zeker totaal in de war waren”. Oostenrijk kreeg dankzij manipulatie en bedrog haar zin. Het had Hongarije meegesleurd in de oorlog en eindigde ermee het voormalige rijksdeel te bestelen. De Oostenrijkers stelden op verongelijkte toon dat er veel melk en verse groenten uit de desbetreffende streek kwamen en dat daar nu juist een groot tekort aan was in Wenen. 

De Fransen die met hun troepen het grootste aandeel hadden in de geallieerde strijdkrachten in Midden-Europa,  stonden de Serven toe noordwaarts  Hongaars grondgebied binnen te trekken. Zoals reeds gezegd rukten de Roemenen met Franse instemming  op naar Boedapest want hun landhonger ging veel verder dan Transsylvanië. “Rovers” mompelde Lloyd George. De Roemeense Leider Lon Bratianu, net als veel van zijn landgenoten uit hogere kringen zwaar geparfumeerd en opgemaakt als een vrouw van lichte zeden, zei op bezwaren “Ik vrees dat u niet voldoende ingelicht bent over de rol van het Roemeense leger en de Hongaarse provocaties. Onze acties zijn louter defensief”.  Drie augustus 1919 trokken Roemeense troepen Boedapest binnen. In Parijs eiste men de terugtrekking. Dat had allemaal geen enkel effect op dat “vervelende kleine landje Roemenië “ . De Roemenen plunderden er op los; telefoons, prijshengsten, brandweerwagens, schoenen, tapijten , auto’s, graan, vee, de treinwagons en locomotieven om de buit naar Boekarest te verslepen. Arrogant waren ze ook nog. Koningin Marie zei brutaalweg tegen een Amerikaanse officier: “U mag het stelen noemen, of wat u maar wilt. Ik vind dat wij volledig gerechtigd zijn te doen wat we willen.” Lon Bratiana was verontwaardigd. “ Stelen? Nee hoor, wij brengen alleen voorraden voor ons leger bijeen en dat verdienen we ruimschoots  omdat wij de beschaving gered hebben van het bolsjewisme”. In november sommeerde Parijs ditmaal gebiedend de Joego-Slaven, Roemenen en Tsjecho-Slowakije  zich terug te trekken uit de gebieden die de conferentie definitief  als Hongaars had aangemerkt. Ze gehoorzaamden. Roemenië dat maar niet genoeg kon krijgen van het roven treuzelde lang. 


Graaf Albert Apponyi  ging aan het hoofd van de Hongaarse delegatie naar Parijs om vrede te sluiten. Hongarije kwam echter wel met lege handen, het had niets meer om mee te onderhandelen. Toen Béla Kun vluchtte waren de grenzen grotendeels al vastgesteld en hadden de geallieerden al allerlei verdragen gesloten met de buurlanden van Hongarije. Graaf Apponyi deed wat hij kon. Hij hield een door velen bewonderde rede.  Hij zei dat Hongarije het strengst gestraft werd van alle verslagen naties. Het verloor twee derde van zijn grondgebied en zijn bevolking. Het werd afgesneden van zijn afzetmarkten en van zijn grondstoffen. Daar kwamen nog zware herstelbetalingen bovenop. Drie en half miljoen Hongaren kwamen buiten Hongarije te wonen, en zouden voortaan burgers van andere landen zijn. Hij maakte tijdens zijn redevoering slechts één klein foutje . Hij zei namelijk dat Hongarije veroordeeld was onder de heerschappij van inferieure beschavingen te leven. “Slip of the tongue”, maar goed,  Lloyd George fluisterde Apponyi toch toe “u hebt bijzonder goed gesproken”. De Italianen drongen er bij de bondgenoten op aan rekening te houden met de  Hongaarse protesten, maar wilden de zaken niet echt op de spits drijven. Frankrijk en Groot-Brittannië weigerden botweg de verdragen te herzien.  Wat Hongarije echter vooral de das om deed was de pure passiviteit van de vredestichters:  die hadden allemaal wel iets belangrijkers aan hun hoofd. Zo blijft de Vrede van Trianon tot op de dag van vandaag een zwerende wond in het Hongaarse bewustzijn.


In de laatste vertrekken van de tentoonstelling aan de Donau wordt een lijst gegeven van alles wat er door Trianon verloren ging; een ronduit onthutsende opsomming. De conclusie is onontkoombaar: zelfs Nazi-Duitsland werd na de Tweede Wereldoorlog en Auschwitz niet zó zwaar gestraft. Of het onrecht ooit nog ongedaan gemaakt zal worden valt te betwijfelen, maar je weet nooit ; de hoop sterft altijd als laatste.  

Mostmagyarul!