Trio Trabant

Het Trio Trabant op tournee en bij Most Magyarul! draait door (november 2019)

We hebben het over twee Nederlanders en een half-Hongaarse. Samen vormen zij het Trio Trabant. Het zijn stuk voor stuk professionele musici met een lange, gedegen opleiding en een afwisselende carrière in de muziek, maar alle drie kwamen ze na het spelen bij tal van andere orkesten uit bij de pure Hongaarse volksmuziek. Alsof zij bij andere muzieksoorten onbewust iets misten, zochten ze verder naar de  ultieme beleving, naar het moment van de grootste en krachtigste emotie: troost door schoonheid.


In Most Magyarul! 42 liet Crispijn Oomes, de nestor van de Hongaarse-danshuismusici in Nederland, al optekenen:


“Voor mij heeft Hongaarse muziek een therapeutische werking. Hongaarse muziek is gemaakt om bij te huilen, om je verdriet mee te wassen. Ik lag te huilen in mijn tent door al het verdriet dat naar boven kwam, maar tegelijkertijd ook te genieten van die prachtige muziek…"

Hilde Kertész

Hilde’s vader kwam in 1956 naar Nederland en streek neer in Velsen-Noord. Samen met zijn Nederlandse vrouw kreeg hij twee dochters. Vader Kertész draaide thuis steevast zijn platen met magyar nóta, de zigeunermuziek zoals die door families als Lakatos en Váradi werd gespeeld. Op haar tiende begon Hilde met vioollessen. Zij volgde acht jaar lang muzieklessen op de muziekschool, had een paar jaar privéles en deed de vooropleiding voor het conservatorium Hilversum. Hier had zij les van László (Leslie) Somlai. Na twee jaar stopte Hilde omdat ze niet verder wilde in klassieke muziek, maar bleef wel lessen volgen bij docent Somlai. Al tijdens de muziekschool had zij in het eigen salonorkest van de school gespeeld en in haar academietijd speelde zij bij het zigeunerorkest van Nicolai Pirvu en Don Biesbroek. Hilde nam vioollessen in jazz, speelde bij een klezmerorkest en in 1992 kwam zij in aanraking met het Netwerk Hongaarse Volksmuziek. Dit netwerk was opgericht door Crispijn Oomes en Roos de Graaf, die elkaar in 1990 hadden ontmoet in Jászberény bij het befaamde jaarlijkse volksdans-  en volksmuziekkamp. Het was hier waar Crispijn Oomes besloot het roer om te gooien en zich te wijden aan de introductie van de pure, authentieke Hongaarse dorpsmuziek in Nederland. Crispijn en Roos haalden het dorpsorkest uit Magyarpalatka in Mezőség naar Nederland voor een toernee en organiseerden masterclasses voor strijkers.  Ook zelf legden zij zich toe op het spelen van de authentieke Hongaarse dorpsmuziek en vormden samen met Frank de Jong het ensemble Hajnali. Later nam Tjidde Hofstra de bas over en op dit moment wordt deze bespeeld door Willem Raadsveld.


Hilde, die was gegrepen door de Hongaarse muziek, nam deel aan alle masterclasses en ging als mede-regelneef en orkestbegeleidster al gauw haar steentje bijdragen aan muziektoernees die werden georganiseerd door Netwerk Hongaarse Volksmuziek.

Begin jaren negentig werden door de Folkclub Groningen op Schiermonnikoog in de zomer workshops volksmuziek georganiseerd waarbij ook de muziekdocenten Dénes en Szabolcs Hrúz, leden van het Hongaarse volksmuziekensemble Dűvő uit Salgótarján, lessen gaven.


Winfried Veenker

Op Schiermonnikoog kwam Hilde in contact met Winfried Veenker, die na een muziekpedagogische opleiding werkzaam was als muzikant bij schooltheatervoorstellingen en ook geïntrigeerd was geraakt door de meeslepende Hongaarse klanken en ritmes. In 1993 startten zij met contrabassist Taco van den Heiligenberg het Hongaars Zaagtrio, dat tot 2003 zou blijven bestaan. Winfried speelde eigenlijk ook viool, “maar”, vertelt hij, “allebei viool is niet handig. Ik speelde ook al accordeon, daarmee was ik harmonisch onderlegd. Ik ruilde de viool in voor de bij Hongaarse folkmuziek belangrijke kontra. Zo’n altviool is ook goedkoper, want hij heeft een snaar minder!”


Hilde

Hilde bezocht ruim tien keer Hongarije en Transsylvanië, waar zij met leden van het trio en soms individueel deelnam aan roemruchte  kampen als het Téka Tábor in oostelijk Hongarije en het volksmuziekkamp in het Transsylvanische Kommandó (provincie Kovászna), waar zij ondergedompeld werd in de örkő-stijl (van o.a. het orkest Gázsa). Ook had zij les van musici van de dorpsorkesten in Méra, Palatka, Szászcsávás, Erdőszombattelke, Vajdaszentivány en Szék, van de ensembles Muszikás, Téka, Bekecs, Ökrös en Nadara alsmede van Fodor Sándor, de legendarische ‘Neti’ die met het Ökrös Ensemble in 1997 - tijdens een toernee georganiseerd door Crispijn Oomes - voor de Hongaarse School al een concert gaf in Bloemendaal. Hilde was gefascineerd door haar ervaring dat de volksmuziek in Transsylvanië niet zomaar een gekunsteld, aangeleerd speeltje was, maar dat de musici er een zijn met hun muziek, die in de orale cultuur – zonder het gebruik van notenschrift - eeuwenlang is doorgegeven van vader op zoon - en tegenwoordig ook dochter. Hun muziek geeft uitdrukking aan alle menselijke emoties, van himmelhoch jauchzend bis zu Tode betrübt, en vergezelt de mens op zijn levenspad: van alle blijde levensgebeurtenissen en feesten tot aan begrafenissen aan toe.


Trio Trabant

Vanaf 2003 was er een wisseling van de wacht bij het Zaagtrio. Contrabassist Frank de Jong nam de plek over van Taco en vanaf nu ging het gezelschap verder onder de naam Trio Trabant. Het nieuwe ensemble speelde niet meer louter de Hongaarse authentieke dorpsmuziek, maar liet in zijn concerten ook muzikale invloeden van andere regio’s en culturen in het Karpatenbekken doorsijpelen en ook het instrumentarium werd uitgebreid en was niet meer beperkt tot alleen viool, kontra (volks-altviool) en bas. 

Zo kon kontra-speler Winfried Veenker zich ook gaan uitleven met zang, accordeon en gitaar en nam Frank de Jong zijn klarinet weer ter hand evenals de tárogató, de herdersfluit en de ütőgárdón. Ook Hilde zingt en zij beschikt nu over een trompetviool!


Frank de Jong

Frank de Jong – evenals Winfried Veenker  van huis uit bioloog –  is afkomstig uit een muzikale familie: oma speelde piano, zijn moeder viool. Frank zat als kind eerst 2 jaar op pianoles, en had daarna 10 jaar klarinetles en speelde saxofoon. Frank maakte kennis met de Oost Europese muziek bij het studentenzigeunerorkest Csárdás uit Leiden. Aanvankelijk speelde hij er klarinet, maar toen de contrabassist naar het buitenland vertrok, nam hij diens strijkstok over. In Leiden waren er geregeld folk-kroegentochten en het was bij zo’n ouderwets folkcafé dat hij ensembles als Muzsikás en Téka hoorde spelen. Met Csárdás maakte hij rond 1980 al studiereizen naar Slowakije en Hongarije. Hij werd gegrepen door de pure Hongaarse volksmuziek en ging vanaf 1991 ook een aantal keer op studiereis naar Transsylvanië.  Bij Csárdás leerde hij ook Michèle van Baaren en Jeroen Duijfjes kennen, met wie hij het ensemble Ördöngős vormde. Ördöngős richtte zich op de authentieke Hongaarse volksmuziek en speelt sindsdien een belangrijke rol bij het Hongaarse Danshuis in Utrecht, waar het trio regelmatig live speelt bij de dansavonden. Ook vormde Ördöngős het begeleidingsorkest van de dansgroep Búzavirág, die zich vanaf eind jaren ’80 had toegelegd op Hongaarse volksdanschoreografieën (zie ook elders in dit nummer -op onze site).

Frank nam vanaf 1993 deel aan de organisatorische activiteiten van het Netwerk Hongaarse Volksmuziek en was betrokken bij tournees en masterclasses in Nederland van o.a. Palatka. Ook hij was regelmatig te vinden bij de workshops op Schiermonnikoog, waar hij de gebroeders Hrúz van ensemble Dűvő, die daar zonder hun bassist acteerden, op contrabas mocht begeleiden. “Wat ik zo leuk vind aan de contrabas,” reageert Frank tijdens ons gesprek, “als bassist ben je bij een bal eigenlijk de belangrijkste persoon: de mensen dansen op jouw beat!”


Samen met zijn echtgenote, cimbaalspeelster Emmy Muijs, speelde Frank in het Roemeense orkest Hai Mĭndruto en sinds enkele jaren is hij de basgitarist  van de reggaeband Kingston Airlines. Hij speelde ook jarenlang volksdansbals met het orkest Zanat en begeleidde verschillende dansgroepen in binnen- en buitenland, o.a. op festivals in Israel, Japan, Roemenië en Bulgarije. In 2003 vroeg Hilde Kertész hem mee te doen met het nieuwe Trio Trabant. Maar met Ördöngős speelt Frank ook nog steeds in het Hongaarse danshuis de authentieke Hongaarse volksmuziek en een paar jaar geleden werd hij ook lid van Marcsi Banda, een trio bestaande uit Mariëlle van Luyck (Marcsi) op viool en Pit Hermans op cimbalom. Marcsi Banda speelde in 2016 bij de eerste editie van het evenement Most Magyarul! draait door, georganiseerd bij gelegenheid van het twintigjarig bestaan van Most Magyarul! Hongarije Magazine. Trio Trabant heeft zoals gezegd een breder repertoire en bedient zich van een uitgebreider instrumentarium dan bij de authentieke Hongaarse dorpsmuziek. Samen met zangeres en citerspeelster Edina Csüllög gaven zij in het recente verleden diverse concerten, waarbij ook ruimte was om de diverse Hongaarse stijlen te laten horen en de muzikale dwarsverbanden tussen de diverse regio’s en culturen. Ook begeleidt het trio zo nu en dan de optredens van het Dansgezelschap Karpaten Ensemble, waarover u elders in dit  nummer meer leest.


Gastoptreden van Edina Csüllög

Edina Csüllög is een oude bekende van de Hongaarse School. Zij woonde van 2006 tot 2014 in Nederland en gaf diverse gastlessen bij de Hongaarse School. Ook trad zij vele malen op bij jubilea van de Hongaarse School en bij de Hongarije Fair in 2011 (georganiseerd bij gelegenheid van 15 jaar Most Magyarul! Hongarije Magazine). Edina bracht meestentijds programma’s met Hongaarse volksmuziek op citer en traditionele zang en begeleidde daarmee ook de poppentheatervoorstellingen van Márta Horváth. Ook speelde zij kerstprogramma’s en produceerde zij samen met de Hongaarse School een cd met traditionele Hongaarse kerstliederen. In haar toenmalige woonplaats Den Haag-Rijswijk was zij ook werkzaam als muziekpedagoog en zij liet haar getalenteerde leerlingen ook meezingen op de kerst-cd.


Toen schrijver dezes haar bij een werkbespreking een keer terloops een lied van dertiger jaren-diva Katalin Karády hoorde zingen, was hij meteen verkocht en vroeg haar eens een concert te geven met dat zwoele, melancholisch-nostalgische repertoire. Aldus bracht Edina met een aantal gastmusici in 2013 bij het 25-jarig bestaan van de Hongaarse School een prachtig Karády-programma, dat uitmondde in de productie van de cd Liederen van verlangen en een minitoernee in 2014 met dit repertoire bij Hongarije Plaza in Harderwijk en concerten in Geleen en Goes.


Maar in de zomer van 2014 ging Edina terug naar Hongarije. Hier bleef zij druk in de weer als muziekdocente en diverse leerlingen van haar gooiden hoge ogen bij nationale volksmuziekconcoursen en talentenshows op televisie. Met het Karády- en ander gouweouwe-repertoire is zij sindsdien een graag geziene artiest bij evenementen en partijen in Hongarije en speciaal voor het inmiddels 30-jarig bestaan van de Hongaarse School zal zij daarvan bij Most Magyarul! draait door op 3 november 2019 samen met toetsenist László Vadas het nodige ten gehore brengen. Maar ook als volksliedzangeres zal zij met het Trio Trabant ongetwijfeld weer de sterren van de hemel zingen. Het trio is afgelopen zomer al met haar op toernee geweest in Hongarije en heeft het programma Pruimentijd voorbereid, dat de gelegenheid biedt tal van muzikale stijlen en invloeden te laten horen, waaaronder natuurlijk ook  de muziek van de regio Szatmár, bekend van de pruimen én de pálinka.


Hilde Kertész vertelde ons lyrisch over de samenwerking met Edina en de muzikale creativiteit en positieve kruisbestuiving die zij hebben ervaren  in het voorbereidingsproces van de novembertoernee (2019). Wij kijken ernaar uit!


PS Ook het Karpaten Ensemble zal bij het evenement Most Magyarul! draait door (op 3 november 2019) een aantal Hongaarse choreografieën ten tonele voeren en wordt dan begeleid door het Trio Trabant. Wellicht kunnen ook de voetjes van de bezoekers dus nog even van de vloer! Na het dubbelconcert  wordt er een Hongaarse maaltijd geserveerd! 

Edwin van Schie

Mostmagyarul!