DOMISATIE en de Kodály-methode
door Valentina Tóth
In Most Magyarul! 29 (2004) schreef de bekende, toen tienjarige pianiste Valentina Tóth, die veel Hongaars repertoire speelt en van wier cd Hungarian Horizon met composities van Bartók en Kodály inmiddels (2018) een derde persing (!) is verschenen, een artikeltje over de domisatie-techniek en de handbewegingen van de zangmethode Kodály. Wij hebben dit artikel nu afgestoft en hier beschikbaar gemaakt.
Valentina Tóth op 10-jarige leeftijd: Domisatie
Ik had nog nooit van het woord domisatie gehoord maar in Hongarije kent iedereen het. Er bestaan wel mensen in Nederland die het kennen, maar ik had er nog nooit van gehoord .Het is een manier om muzieknoten noten te leren en dan samen te zingen. Als ze het op alle scholen zouden geven zou iedereen veel mooier kunnen zingen. Ik vind het jammer dat we niet echt goed leren zingen op school en dat je daarvoor naar een koor moet, of geluk moet hebben dat je zangles krijgt of ergens aan meedoet dat je mooi kan zingen. Als ik dat geluk niet had gehad dan had ik noooooit geweten hebben dat zingen iets in je omkeert. Mooi zingen bedoel ik.
Met de domisatie kun je de noten duidelijk maken voor iedereen en het is heel grappig om te zien. De dirigent die in het Concertgebouw er bij was, met de opening van Hongarije aan Zee bedoel ik, deed het voor mij voor. Het was in Felix Meritis bij het concert van Kodály. We gingen daar eerst luisteren naar de zangeres Korondi en de pianist die ook heel goed was. Ik vond dat de zangeres Korondi heel goede mimiek gebruikte. Je kwam in de stemming van de zangeres Korondi en toen kwam die dirigent Iván Fischer en hij zong met een groot meisjeskoor.Zij waren wel ouder dan ik hoor!Ze zongen hele mooie volksliedjes, maar ook een heilige psalm. Hij wilde dat iedereen zo kon zingen en dat vind ik een mooi en fijn idee. Toen maakte hij een vuist en die hield hij in de lucht dat was de do en hij liet iedereen do zingen. Daarna deed hij die hand schuin omhoog open het leek een soort ophaalbrug en hij zei ré en toen zongen we ré en toen deed hij zijn hand horizontaal dat was de mi. En toen gingen we eerst oefenen met do-do re, mi do-do. Ik had Gretl in de Sound of music gedaan en ik dacht meteen: wat leuk, een soort mannen Maria met grote mensen! Er waren natuurlijk weer bijna geen kinderen en dat vond ik jammer. De meeste mensen deden mee, mijn moeder ook en ze zegt altijd dat ze niet kan zingen, maar ze durfde het toch. Ze houdt er wel van, door haar kon ik mee naar het concert, ook voor de piano die was ook heel mooi gespeeld en het paste bij de zangeres. Toen we een tijdje stonden te zingen, kwam er nog een hulpje bij, het was een heel aardige mevrouw die in het koor zat en die deed ook dat met haar handen en we gingen tweestemmig. De dirigent deed toen twee verschillende handen en toen hadden we drie groepen. Hij keek zo grappig erbij, hij wipte weer een beetje op en neer, dat doet mijn vader ook wel eens dan moet ik er ook om lachen. Als we zongen dan keek hij van de ene rij naar de andere, dat waren de boven- en onderstemmen of de middenstem alleen dan wel allemaal in dezelfde toonhoogte. Als het goed ging glunderde hij over zijn hele gezicht. Toen wou iedereen dat het goed ging en we zongen driestemmig. Het was echt wel om aan te horen en dat ging in een snel tempo. Er zaten natuurlijk ook echte musici in de zaal en die vonden het ook allemaal prachtig, en de Hongaren kenden het al, dus dat hielp wel mee. De fa ging met een omgekeerde hand en je wijsvinger omhoog en er was ook nog een beweging met je hand opzij en een hangende naar beneden. Misschien bestaat er wel een boekje van.
Ik heb de handstanden niet allemaal onthouden, maar ik wil ze wel uit mijn hoofd leren dan kan ik het misschien ook eens doen . Die handstanden waren een uitvinding van Zoltán Kodály waarvan ze alle muziek zongen. Hij was heel grappig hoor, want toen de dirigent klein was heeft hij hem nog in het echt gezien. Kodály was beroemd en ze vroegen handtekeningen, maar in plaats van de handtekening schreef hij dan noten op en die moest je zingen. Als het vals was of niet zuiver dan moet je oefenen en als het goed was dan kreeg je misschien wel de handtekening. Maar daar heb je ook niet zoveel aan als aan mooi zingen. Hij is nou dood, maar je kunt nog wel horen wat hij bedacht heeft met de noten en zo. Hij heeft heel veel gecomponeerd en misschien mag ik later wel eens wat van hem spelen of zingen, dat zou ik wel leuk vinden, want het is ook Hongaars en mooi en spannend. Dat vond ik toen ik het hoorde, ik was onder de indruk. Ik hoopte dat er een concert-CD was, want ik zou het nog heel vaak kunnen horen. Maar vroeger kon dat echt nooit, dan moest iemand het je voorzingen of je moest het zelf zingen.
Dat waren de oude tijden en nou denken wij al dat wil ik vaker horen en dan kan het soms. Ik hoop dat jullie het ook proberen. Mijn moeder heeft me wel geholpen deze keer. Zij kan heel goed houdingen onthouden want zij is danseres geweest en kunstenaar en dan kijk je echt goed. Ik ben meer van de muziek, ik was in de concertstemming en ik heb me niet meteen in de kijkstemming gestopt, ik wou onthouden hoe het klinkt, maar dat kan je niet echt opschrijven, daarvoor moet je het doen of ernaar luisteren.
Valentina Tóth, 2004
Hieronder een poster met de handbewegingen van Kodály, gemaakt door Hein Krammer: