De Katalinstraat van Magda Szabó
Enkele maanden geleden was de in 1917 geboren Magda Szabó als gevierd auteur te gast op de ambassade te Den Haag. Haar boeken zijn vertaald in ruim veertig talen, waaronder twee Nederlandse van het vertaalduo Anikó Daróczi en Ellen Hemmink. Szabó is enthousiast ontvangen door de Nederlandse pers en het publiek. Haar in 2002 bij Houtekiet in Antwerpen en Amsterdam uitgegeven boek De deur ontving in 2003 de Prix Fémina Etranger, voor beste buitenlandse boek van een buitenlandse auteur (zie Most Magyarul! nr. 21). In 2004 bracht de uitgeverij na de enige malen herdrukte De deur ook De Katalinstraat uit. Deze in1969 als Katalin utca bij Szépirodalmi Könyvkiadó uitgegeven roman heeft dezelfde raadselachtige verteltrant, een mengeling van fictie of realiteit met andere extreme figuren. Alles is zo beschreven dat het waar gebeurd zou kunnen zijn, ook nu overledenen meespelen in de roman, die de periode van 1934 tot 1968 bestrijkt. Wonderlijk is dat het lijkt of er drie tijden tegelijk vanuit divers perspectief zichtbaar zijn.
De omslag toont de melancholische foto van Daróczi, silhouetten in avondlicht. De plaat weerspiegelt het tijdelijke en nabije van dit ingenieus geconstrueerde boek, waarin de levende en dode Henriett, Irén en Blanka van zichzelf vertellen en over elkaar. Via hen komen de gezinnen en geliefden tot leven en de blijvende band die in de Katalinstraat tussen de families ontstond. De straat verdwijnt, maar door de tijd weven Bálint en de vertelsters gedood of levend een ragfijn gedachtenweb naar die oude overzichtelijke, geruststellende tijd. De lotsverbondenheid en ontvouwde drama’s van de drie families zijn mede het gevolg van de omstandigheden waarin niet alleen de Katalinstraat, maar heel Hongarije zich bevond.
De langdurige pijnlijke eenzaamheid wordt voor niemand ontzet door het terugdraaien van de tijd of schetsen van gewenste mildere ontwikkelingen. De gedroomde schijn van onwerkelijkheid wordt messcherp gespiegeld aan de echte werkelijkheid.
Szabó zet een knapgeraffineerd beeld neer met onschuld, onbeantwoorde liefde, het verloochenen of verantwoording nemen, ingegeven door de macht der gewoonte die afhankelijk is van het karakter van haar personages. De vitale roman speelt in een enge binnenwereld, waardoor je net als in De deur dicht op de huid van de personages zit. De buitenwereld is décor, maar de gevolgen van de ontwikkelingen voor de personages worden daardoor loepzuiver.
Gerhild Tóth-van Rooij, 2004