Boekenwurmen, boekvirussen & Bibliofilie
Zij vormen een niet-alledaagse familie: zíj is als predikant verbonden aan de SoW-gemeente Bankraskerk te Amstelveen, híj is als oudtestamenticus en hebraïcus werkzaam bij de 'Werkgroep Informatica' aan de Theologische Faculteit van de Vrije Universiteit te Amsterdam.
Zij is Margriet Gosker en doet in de protestantse pers regelmatig verslag van onder meer ambtshalve ondernomen reizen naar Hongarije; hij, Ferenc Postma, bleek met een vader uit Friesland en een moeder uit Hongarije - alsmede een studie theologie - de perfecte persoon om onderzoek te doen op het snijvlak van theologie, bibliografie en de geschiedenis van de Hongaarse studenten in Nederland. Dat onderzoek rondde hij in 1995 af met een dissertatie - "Op zoek naar Franeker academisch drukwerk in het voetspoor van de Peregrinatio hungarica" - verdedigd aan de Károli Gáspár Universiteit te Budapest. Sinds begin 1998 is hij daar ook buitengewoon hoogleraar, met als leeropdracht de historische betrekkingen tussen Hongarije en Nederland.
De Zevenburgse bibliotheken als schatkamers van Europese boekhistorie
Even een stapje terug in de geschiedenis: in de periode 1585-1811 studeerden in het Friese Franeker aan de aldaar gevestigde Academie vele honderden, het waren er wel meer dan 1200, protestantse Hongaarse studenten, die vooral afkomstig waren uit Oost-Hongarije en Zevenburgen (Transsylvaniè). Na de studie namen zij hun aantekeningen en de aangeschafte boeken mee naar Transsylvaniè. Deze boeken kwamen deels terecht in privé-collecties, maar ook vormden de verschillende Collegium-bibliotheken vaak het eindstation. Zo liggen er bijv. in het Hongaarse Sárospatak, en in het Zevenburgse Kolozsvár en Marosvásárhely, vele duizenden banden, gedrukt in de Nederlanden en "geèxporteerd" door studenten theologie. Zo vormt Midden-Europa een belangrijke bewaarplaats van Westeuropese cultuur. Vaak betreft het boeken waarvan er in het Westen geen exemplaren meer te vinden zijn. De grondslag voor Postma?s dissertatie vormde onder meer een drietal studiereizen naar Zevenburgen, in de jaren 1991-1993. In 1994 ondernam hij een vierde reis. Een van de bibliotheken die hem fascineerde, was (en is) de Teleki-Bolyai Bibliotheek te Marosvásárhely (adres: Piata Bolyai 13, RO- 4300 Tîrgu Mures). Postma in zijn reisverslag:
"In totaal staan ruim 200.000 boeken in dit gebouw opgetast: ca. 40.000 uit de collectie van de Hongaarse graaf Sámuel Teleki (1739-1822) zelf, ca. 80.000 uit de oude Collegium-bibliotheek (de zgn. Bolyai-collectie), terwijl de rest geregistreerd staat als het zgn. Fondul mixt, een verzamelnaam voor al het - kerkelijke - materiaal dat door de Roemeense staat in de jaren vijftig werd genaast, afkomstig uit Tîrgu Mures zelf, maar ook uit de wijde omgeving. Het imposante gebouw werd in de jaren 1799-1802 in opdracht van graaf Teleki opgetrokken, en was bedoeld als stads-bibliotheek. Hij bracht er zijn omvangrijke privé-collectie in onder en breidde die naderhand nog in de ruimste zin van het woord uit: niet alleen de humaniora en rechtswetenschappen vonden er een plaats, maar ook bijv. de natuurwetenschappen. De graaf had in zijn jonge jaren een uitgebreide studiereis door West-Europa gemaakt (1759-1763) en daarbij ook Nederland bezocht (Utrecht, Leiden). Tegelijk legde hij in die tijd reeds contacten met de "boekenwereld" en bezocht hij - ter orièntatie - diverse grote bibliotheken. Later, als kanselier van Zevenburgen aan het Weense hof, kon hij zijn contacten met boekhandelaren, antiquaren, bibliofielen en geleerden in extenso uitbouwen en benutten: het verhaal dat zelfs na zijn dood nog wagens met boeken - bestemd voor de bibliotheek - de stad binnenreden, lijkt me zeker niet van waarheid ontbloot.
Er bestaat ook een gedrukte catalogus van Teleki's bibliotheek: het eerste deel werd reeds in 1796 te Wenen gepubliceerd. In 1971 verscheen een speciale catalogus van de incunabel-collectie van Teleki (52 exx.), waarin tevens de 10 incunabelen uit de Collegium-bibliotheek zijn opgenomen. Evenals de andere boeken van de graaf - alle voorzien van diens sierlijk gegraveerde ex-libris en veelal gestoken in fraaie banden - zijn zij zonder uitzondering van hoge kwaliteit. Voor de liefhebbers wijs ik nog - met liefde - op de grote Blaeu-atlas, een exemplaar in waarlijk sublieme staat. Het verhaal wil, dat dit exemplaar destijds naar Zevenburgen werd meegenomen door de bekende drukker Miklós [Misztótfalusi] Kis (1650-1702), die zich te Amsterdam tot een der bekwaamste typografen van zijn tijd had ontwikkeld - in 1685 drukt hij te Amsterdam zijn zgn. "Aranyos Biblia", om in 1689 naar zijn vaderland terug te keren.
Wie heden ten dage de bibliotheek betreedt, waant zich terug in de oude tijd. Er is sinds de bouw nauwelijks iets veranderd, de (goede) geest van de graaf waart er nog rond en zijn voorschriften zijn nog steeds van kracht, zeker wat het onderhoud van de boeken betreft: ieder voorjaar een uur per dag afstoffen en - zoveel mogelijk - een uur per dag de ramen open!"
In zijn privé-bibliotheek in Amstelveen - een waar boekparadijs - laat Postma mij trots enkele delen zien van graaf Teleki's Bibliotheekcatalogus (Wenen 1796-1819): het eerste deel uit 1796 had hij kortgeleden op de kop weten te tikken in een Budapester antiquariaat. Verder beschikt hij over tal van andere curiosa op het terrein van de bilaterale verhoudingen tussen Hongarije en de Nederlanden. Zo ligt er een stapeltje afleveringen uit de dertiger jaren van de "Hongaarsche Courant", je zou kunnen zeggen de voorloper van het Hongarije Magazine! Ook de eerste druk uit 1887 van "De Tragedie van den mensch" in de Nederlandse vertaling van mevrouw A.S.C. Wallis (ofwel Adèle Opzoomer, dochter van de Utrechtse hoogleraar C.W. Opzoomer en gehuwd met de latere gereformeerde bisschop van Pápa, Géza Antal) behoort sinds kort tot zijn verzameling: dit boek kostte hem slechts een knaak bij de Slegte in Groningen.
Liber Amicorum
Voor deze boekenwurm had echtgenote Margriet Gosker een wel heel onalledaags Abrahamspresent, ter gelegenheid dus van zijn vijftigste verjaardag in 1995. Een groot aantal vrienden, bevriende wetenschappers en collegae uit binnen- en buitenland (waaronder Hongarije en Roemeniè) schreven namelijk een bijdrage voor een Liber Amicorum, een "boek van vrienden". Deze uitgave draagt de liefkozend bedoelde titel: "Een boek heeft een rug". Hieronder noemen wij enkele artikelen waarvan het onderwerp betrekking heeft op de relatie Hongarije-Nederland.
Ook de in het boek opgenomen bibliografie van Postma's oeuvre (samengesteld door echtgenote-hoofdredacteur Margriet Gosker) biedt een aardig overzicht van wat hij sedert de jaren tachtig aan het papier heeft toevertrouwd. Zeer de moeite waard is ook zijn eigen - nog niet eerder gepubliceerde - artikel over de hierboven genoemde Teleki-Bolyai Bibliotheek, een tekst - bedoeld als "introductie voor gasten en bezoekers uit Nederland" - die hij schreef op verzoek van de bibliothecaris, Mevrouw Dr. Anikó Deé Nagy.
Komarnó/ Komárom
De familie Postma-Gosker geeft zelfs tijdens de vakanties de voorkeur aan stoffige bibliotheken en archieven. Zo bezochten zij in het vroege voorjaar van 1998 de gereformeerde kerk te Komarnó, de oude, nu Slowaakse helft van de stad Komárom, gelegen aan de noordkant van de Donau. Margriet Gosker in haar verslag:
"Gedurende een groot deel van de Sovjet-periode is de toren van de kerk hermetisch afgesloten geweest, om te voorkomen dat de waardevolle boekenschat in handen van het communistische regime zou vallen. Nu ja, hermetisch ... De toren was inderdaad decennialang niet voor mensen toegankelijk geweest, maar een bij toeval opengelaten raam hoog in de toren verschafte wel toegang aan de vogelen des hemels, die er dus zo hun eigen sporen hebben achtergelaten. Die boeken die het geluk hadden opgeslagen te zijn in kasten met gesloten deuren zijn er nog redelijk goed af gekomen. Maar de exemplaren die inderhaast op de tafels waren gelegd zitten dik onder het stof en de duivenpoep. Natuurlijk kunnen we het niet laten enige boekwerken ter hand te nemen. Er blijken veel vóór 1800 in Nederland (o.a. in Amsterdam, Leiden) gedrukte werken tot de collectie te behoren. Hoogst interessant. En: hier is werk aan de winkel. Een ongekende schat aan historische en theologische informatie ligt in deze stoffige omgeving opgeslagen, wachtend op ontsluiting. Het is mateloos boeiend.
Boekvirussen
Toch verlaten we de toren eerder dan we van plan waren. Het is er namelijk ijzig koud en bovendien zo stoffig dat het nooit goed voor je longen kan zijn er lang te vertoeven. De gepensioneerde dominee die geprobeerd heeft enige orde in de chaos aan te brengen, heeft dat zelf aan den lijve ondervonden. Hij waarschuwt ons voor speciale oude virussen, die zich tussen de boekbladen zouden hebben kunnen nestelen en waartegen de huidige stand van de medische wetenschap niet meer opgewassen zou zijn. Dat was nu wel het laatste waar we aan hadden gedacht. Lichtelijk verontrust maar zeer voldaan dalen we de treden van de torentrap weer af. Een hele ervaring rijker."
Inmiddels is Ferenc Postma erin geslaagd het Hongaarse Ministerie van Cultuur te interesseren voor de boekenschat in Komarnó. Van overheidswege is een subsidie toegezegd om deze historische collectie in kaart te brengen en waar mogelijk met de grootste zorg te conserveren. Most Magyarul! wenst de familie Postma-Gosker veel succes bij het vele, nuttige, bibliofiele werk!