Leo Boode: van boeken, kastelen en monumenten

een artikel door Gerard Wesselius, verschenen in Most Magyarul! nr. 50, voorjaar 2009


Voor wie Leo Boode een bezoek brengt is één ding meteen duidelijk. Deze man heeft iets met monumenten. Hij schrijft er niet alleen over, maar hij woont er ook in.
Wie bij zijn woning in het Belgische dorp Merksplas aanbelt, ziet een officieel bordje met het opschrift 'waardevol gebouw'. Op dit bordje wordt de bezoeker kort bijgepraat over de waarde en de geschiedenis van het huis. Leo had het zelf geschreven kunnen hebben en een mooiere introductie is dan ook niet denkbaar
.


Een tweede visitekaartje geeft Leo af als we tijdens de kennismaking in gesprek raken over Slowakije, waar ik deze zomer op vakantie naartoe wil gaan. Onmiddellijk ligt er een verzameling unieke, veelal Duitstalige, boeken ter inzage op tafel. Leo heeft veel boeken en weet ze ook moeiteloos te vinden als het nodig is via de computer.


Als iemand zijn hoofdbezigheid heeft gemaakt van het zorgvuldig informeren over cultuurhistorische onderwerpen is het wel Leo. En voor ons als Hongarije-liefhebbers doet hij dit nu al ruim 10 jaar in Most Magyarul! ('peildatum': 2009, red.)
Bladerend door oude nummers kom ik een grote verscheidenheid aan artikelen tegen.
Ze gaan onder andere over monumenten, reisgidsen, manifestaties, maar ook over de Hongaarse landadel met zijn kastelen en het Habsburgse huis.
Wat voor man is dit, wat drijft hem en vooral: hoe komt hij aan al die gedetailleerde kennis over het onderwerp dat ons allen zo aan het hart gaat?
Daarover hoop ik de lezer van dit artikel wat meer duidelijkheid te verschaffen.


Tijdens de gastvrije ontvangst met koffie maak ik kennis met Leo en zijn Belgische vrouw Agnes, die op de achtergrond aanwezig blijft en soms tussendoor aanvullende informatie geeft over hun levensgeschiedenis. Door een gang die precies midden in het huis is geplaatst, lopen we door naar achteren, waar het huis breder uitloopt in een sfeervol ingerichte leefruimte. Om ons heen zijn Hongaarse attributen zichtbaar, maar ze overheersen niet. Ik had één grote boekenopslagplaats verwacht, maar de zichtbare boekenvoorraad beperkt zich tot een aantal mooie houten kasten verspreid in de ruimte. Dat dit het topje van de ijsberg is blijkt al gauw. De meeste van Leo’s 3000 boeken zijn opgeslagen in zijn privéruimte elders in het huis. Tijdens het gesprek verdwijnt hij regelmatig naar boven om iets op te zoeken. Overigens draagt Agnes ook haar steentje bij met een collectie boeken waarvoor zij een eigen kamer heeft.


Leo is een beminnelijke en bescheiden man, die graag vertelt over zijn favoriete liefhebberij. Hij is een archivaris in hart en nieren, een echte verzamelaar of “snuffelaar”, zoals Agnes het beeldend noemt. Hoewel het verzamelen er al vroeg in zat, begon zijn loopbaan op een ander terrein. Geboren in Rijswijk ging hij in Den Haag naar de School voor Fotografie. Toen bleek dat daar weinig emplooi voor was kreeg hij de kans als fotoarchivaris te gaan werken bij het RIOD in Amsterdam. Vervolgens had hij een betrekking bij het archief van dagblad Het Binnenhof. Daar ontwikkelde hij zich verder als documentalist. Via een schriftelijke opleiding maakte hij zich het classificatiesysteem UDC eigen. Hij nam ook deel aan de professionalisering van het documentatievak. Bij Uitgeverij Bonaventura kon hij zich voor het eerst gaan wijden aan het documenteren van informatie over Oost-Europa. Leo heeft later ook 10 jaar in Duitsland gewerkt, waar hij een mediatheek heeft opgezet van een liefdadigheidsinstelling.


Op de vraag wat hem beweegt om dit werk te doen vertelt hij:
“Het is leuk om informatie te zoeken en te vinden die onbekend of nieuw is. Maar het leukste is om combinaties met andere informatie te maken, waardoor nieuwe inzichten ontstaan. Ik wil geïnteresseerde mensen laten kennismaken met feiten die een nieuw licht kunnen werpen op de geschiedenis of de maatschappij.”
Op de vraag wat voor eigenschappen iemand moet hebben om dit werk te doen antwoordt hij:

“Je moet nieuwsgierig zijn en nauwkeurig. Je moet echt geïnteresseerd zijn in je onderwerp. Maar je moet ook een gezond wantrouwen hebben ten opzichte van alle informatie die je op je pad tegenkomt. Vertrouwen is goed, controle is beter! Sommige mensen gaan te lichtvaardig om met informatie die ze vinden, ze denken te snel dat ze de feiten kennen. Dit gevaar wordt versterkt door bronnen via internet als Wikipedia”. Kun je zeggen dat dit soort media het werk van Leo vergemakkelijken en overnemen?
Leo relativeert informatie van het internet en vertrouwt liever op zijn eigen aanpak en zijn eigen bibliotheek en archief, dat voor een deel in de computer is opgeslagen en al zoveel waardevolle informatie heeft opgeleverd.Ik vraag hem of het niet moeilijk is om grenzen te trekken als je verzamelaar bent en eigenlijk alles wel interessant vindt. Leo beaamt dit, maar hij kan veel informatie aan zonder overbelast te raken en hij heeft zich altijd bewust beperkt tot aan Hongarije gerelateerde onderwerpen. Agnes vertelt dat dichtslibbing van het huis soms wel dreigt, omdat Leo ook kranten en tijdschriften krijgt en hij dat allemaal wil lezen en veel wil bewaren. Zo ver is het gelukkig nog nooit gekomen en Leo is ook realistisch genoeg om zijn liefhebberij te kunnen relativeren.


Leo en Agnes zijn allebei mensen met een grote culturele interesse. Toch hebben ze wel hun eigen terrein. “Toen we elkaar leerden kennen hadden we allebei al veel boeken, maar we hadden maar twee boeken gemeenschappelijk, de Bijbel en De kleine Johannes van Frederik van Eeden”, aldus Agnes. Beiden hebben dan ook een eigen werkkamer aan weerszijden van de centrale gang aan de voorkant van het huis. Bij Leo ligt het accent op informatieve boeken, maar hij heeft ook een verzameling ansichtkaarten en andere curiositeiten. Bij Agnes, die pianiste en pianolerares is, ligt het accent meer op literatuur en muziekboeken. Hun dochter Hanneke heeft zich tot hun verwondering ontwikkeld tot deskundige in de Hongaarse taal, iets dat er aanvankelijk helemaal niet in zat. Ze werkt zelfs aan een promotieonderzoek voor de vakgroep Finoegristiek van de universiteit van Groningen. Haar internationale oriëntatie heeft ze waarschijnlijk opgepikt tijdens haar deelname aan de activiteiten van de AFS, die haar onder andere in Hongarije en Finland brachten. Aan deze organisatie voor interculturele uitwisseling is haar moeder tot op heden als vrijwilligster betrokken.


We zijn benieuwd hoe Leo aan zijn interesse in Hongarije komt. Net als veel van zijn tijdgenoten (Leo is geboren in 1940) voelde hij zich solidair met de Hongaarse opstand in 1956 en trok hij het zich aan dat de Hongaren door het Westen in de steek werden gelaten. Na de Eerste Wereldoorlog nam een zus van zijn vader een Hongaars pleegkind, Margit, in huis. Zij trouwde in Nederland en met haar en haar gezin heeft Leo veel contact gehad. Met haar zoon Jan ging hij in 1966 voor het eerst op vakantie naar Hongarije. In die tijd moest je in Hongarije al je geld opmaken en dit besteedde hij dan aan bijzondere boeken en geschriften. Zo ontstond zijn voorliefde voor Hongarije en Oost-Europa en vanaf die tijd ging Leo er bijna jaarlijks naar toe. Ook Agnes heeft trouwens een herinnering aan de tijd van de Hongaarse vluchtelingen. Zij was de enige dochter in een gezin met drie broers. Haar ouders wilden na de Opstand van 1956 een Hongaars meisje in huis nemen, maar het is hun niet gelukt.


Rest nog de vraag hoe Leo terecht kwam bij Most Magyarul!
Na het 10-jarige verblijf in Duitsland vestigde Leo zich in België met zijn gezin. Voordien had hij al contact met Toon Geuskens, die met zijn Vlaamse Balkan Club aandacht besteedde aan Oost-Europa en groepsreizen naar die gebieden organiseerde ( Most Magyarul! nummer 5). Voor diens Nederlandstalige tijdschrift Flamand Turizmus Magyarország heeft Leo in 16 jaar ruim tweehonderd artikelen geschreven zoals bijvoorbeeld recensies van reisgidsen en over Hongaarse onderwerpen als wijn, natuurbescherming, architectuur, kastelen. Vanaf 1999 werkt hij mee aan Most Magyarul! In dat blad schrijft hij sinds die tijd zijn belangwekkende en graag gelezen bijdragen.
Na afloop van het eigenlijke interview praten we onder het genot van een verzorgde lunch nog wat door over een aantal onderwerpen. Tijdens het nuttigen van onze Belgische koffiekoek realiseer ik mij dat we nog dagen zouden kunnen doorgaan. Aan Leo ligt het zeker niet. Hij staat al weer klaar met nieuwe belangwekkende thema’s en collectors items. Verplichtingen in Brussel noodzaken mij om het gesprek af te ronden, in de wetenschap dat ik hier mogelijk nog wel eens terugkom om mijn kennis over Hongarije bij te spijkeren en te verdiepen.


Leo, bedankt voor je interessante artikelen tot nu toe! We kijken al uit naar je bijdrage in nieuwe nummers van Most Magyarul!


Gerard Wesselius

Mostmagyarul!