In Memoriam Dénes graaf Festetics de Tolna

Honderden begrafenisgasten, een extra tent aan de achterzijde van de aula om allen een zitplaats te bieden, klaroengeschal bij het definitieve afscheid en de condoleances in een stijlvol kasteeltje op een prachtig landgoed: een waardige laatste levensgebeurtenis van Dénes graaf Festetics de Tolna.


Toch werd de afscheidsplechtigheid vooral gekenmerkt door de persoonlijke herinneringen van Dénes ' vriend uit het begin van zijn loopbaan in Nederland. In het kort schetste hij de levensloop van de markante Festetics.


Via de hotellerie, de handel, met functies in Zuid-Amerika en de bankwereld in Nederland werd Dénes consul van Ecuador. Maar ten tijde van zijn pensionering ging hij zich steeds meer inzetten voor zijn vaderland Hongarije, waar hij in 1944 op eenjarige leeftijd met zijn ouders vandaan had moeten vluchten. Hoewel opgegroeid in Oostenrijk is Dénes op latere leeftijd, de woorden van zijn vader op diens sterfbed indachtig, zijn vaderland gaan dienen en in 2004 werd hij door Hongarije benoemd tot Honorair consul. In deze functie was Dénes een graag geziene gast bij enorm veel Hongaarse avonden, concerten, festivals en recepties. Vanuit zijn handelsverleden en als diplomaat kende Dénes bijzonder veel mensen en als getogen Oostenrijker zette hij zich ook in voor het jaarlijkse Weense bal. Al die notabelen, oud-collegae, vrienden en bekenden werden bijna jaarlijks opgetrommeld voor benefietgala’s ten behoeve van de Stichting Sint Stephan (en voor het welzijn van Hongaarse weeskinderen en behoeftige gezinnen) en later ook memorabele avonden in het teken van Hongaarse kunst en nijverheid.


Daarna was het woord aan dochter Fleur. Haar persoonlijke relaas en herinneringen aan de vader-vader Dénes lieten de tranen over mijn wangen biggelen. Ik zat naast het raam van de tent en keerde mijn gezicht daarom maar meestentijds naar buiten, naar het bos- en duinlandschap van de begraafplaats en luisterend naar de toespraak zag ik in gedachten hoe Dénes met zijn kleuterdochtertje voor zich uit van een Oostenrijkse berg afskiede…


Ook de verhalen van zoon Andreas, dochter Sonja en kleindochter Sophie maakten indruk. Aansluitend nam namens de Hongaarse gemeenschap in Nederland Miklós Tóth het woord. Het is bewonderenswaardig hoe hij de juiste snaar wist te raken in zijn kenschets van de inzet van Dénes voor deze gemeenschap en Miklós besloot met een godsdienstige tekst, een gedicht van Endre Ady, dat hij tweetalig voordroeg.


Tot slot nam Patricia het woord, de weduwe van Dénes Festetics, die op bewonderenswaardige wijze verhaalde over haar relatie met de overleden dierbare echtgenoot en vader van haar kinderen en over hoe zij de laatste maanden tijdens het ziekbed zeer na tot elkaar waren gekomen En daar gaat het toch om in het leven: liefde geven, liefde krijgen, elkaar vergeven, samen zijn…


Na de plechtigheid liepen wij – nog in gedachten verzonken over hetgeen allemaal was gezegd in de aula - in een lange stoet over de fraaie paden van deze Bloemendaalse begraafplaats. De kist werd door een groepje sterke mannen de duinhelling op getorst, daarachter liepen een groot aantal gasten die de vele bloemstukken droegen. Ergens halverwege het pad naar boven, in een bocht, klonk er opeens klaroengeschal in de verte. Even dacht ik dat het een trompetter was, maar al gauw zagen we het jachthoorngezelschap dat zich had opgesteld rondom het pas gedolven graf. Dit vormde een prachtig, zeer bij de gelegenheid passend muzikaal eerbetoon aan de overledene, die in zijn leven bij menig muziekgezelschap betrokken was.


En ja, betrokken was Dénes. Toen hij in 1997 in het lokale krantje las over een Hongaars concert in Bloemendaal, dat ik daar organiseerde, belde hij me op en stelde zich voor. Ook op mij maakte zijn voorname Hongaarse achternaam meteen indruk.


En ’s avonds kwam Dénes kijken bij het gezelschap Ökrös met violist Neti. Natuurlijk nam hij meteen een abonnement op ons tijdschrift – het tweede gedrukte nummer was net uit - en vanaf die tijd is hij mij blijven voorzien van allerhande adviezen. Toen ik een tijdlang geen avondjes meer had georganiseerd, drong hij erop aan dat ik meer moest doen aan PR: “Edwin, jij bent directeur, zorg dat je gezien wordt…” Enfin, in seizoen 2004-2005, ging ik dan maar vieren dat ik vijfentwintig jaar in de ban was van het Hongaars, en Dénes was niet te beroerd om met dochter Fleur even langs te komen in het zaaltje van de school in Halfweg waar we een leuk feest hadden, een sulibuli met Hongaars volksdansen, een quiz en een wijnproeverij.

En hiermee besluit ik dit stukje over een markante magyar die als Oostenrijker in Nederland carriere maakte, later weer in de adelstand werd verheven en zich zijn Hongaarse adellijke naam waardig - noblesse oblige - als onvermoeibare promotor van Hongaarse cultuur heeft opgesteld en voor menig Hongaars evenement een maecenas heeft mogen zijn.

Das Unvollendete

Helaas zijn er ook dingen die hij niet heeft kunnen afmaken. En deze betreffen vooral Hongarije, zijn geboorteland. Al heeft Dénes de laatste jaren de banden met Budapest kunnen aanhalen en zal zijn collectie oude fototoestellen een plekje krijgen in het museum voor fotografie in de Hongaarse hoofdstad, toch is hij er niet in geslaagd om zijn geboortekasteeltje in Csertő weer in familiebezit te krijgen. Door financiële malversaties en de ongekende cowboy-achtige mogelijkheden die het nieuwe kapitalisme in Hongarije in de jaren negentig bracht, was kasteel Csertő in verkeerde handen gevallen: nadat het tijdens het communisme in het kasteel gevestigde kindertehuis het pand had verlaten is het door de overheid verkwanseld en vervolgens betrokken geraakt bij de faillissementsfraude van een duistere bv. Hoewel al in een ver stadium gevorderd met de huidige curator heeft Dénes Festetics, de weldoener voor velen, dit laatste project niet meer kunnen afmaken. Ik spreek dan ook de hoop uit dat de Hongaarse overheid zijn klus ter hand zal nemen en zijn geboortehuis, een waardige bestemming zal kunnen geven.

Edwin van Schie

Mostmagyarul!