Satanstango

van László Krasznahorkai


door Wim Kersbergen

Verschenen in een literatuurdrieluik in Most Magyarul! 61, januari 2013

Nieuw in de boekwinkel: Satanstango van László Krasznahorkai, in een vertaling van Mari Alföldi. Deze debuutroman verscheen in 1985 in Hongarije en werd een groot succes. Nu dus ook in het Nederlands te lezen.


Een bijna verlaten gehucht, kolonie, collectieve landbouwgemeenschap vormt het decor van het verhaal. Ook de laatste achterblijvers zijn van plan te vertrekken maar eerst moet het laatste jaar werk nog uitbetaald worden en dat gaat vandaag gebeuren. Dan gaat het gerucht dat Irimias terug komt. Het is onduidelijk wie hij is, of geweest is, binnen de gemeenschap, maar er gaat een belofte uit van het gerucht dat hij terug komt. Zelfs degenen die ervandoor wilden gaan met de laatste betaling zien daarvan af en blijven op hem wachten, want als Hij komt zal alles veranderen. Iedereen in de gemeenschap beleeft deze belofte op zijn eigen manier en dit wordt verteld in zes oplopende hoofdstukken (hoofdstuk 1 t/m 6). Daarna volgen zes aflopende hoofdstukken (hoofdstuk 6 t/m1) waarin verteld wordt wat er gebeurt nadat Hij gekomen is. De verhaallijnen verschuiven steeds een stukje ten opzichte van elkaar, je leest soms meerdere keren hetzelfde maar net vanuit een iets ander perspectief. Dit heeft een vervreemdend en tegelijkertijd fascinerend effect.


Het boek gaat over het uiteenvallen van een systeem. Een orde die dwang en een zwaar leven betekende, maar die ook houvast bood. Wat achterblijft is chaos, waarin je zelf je weg moet vinden.
In die chaos kom je alle types tegen. De leiders, de meelopers, de opportunisten, de afwachters, de doeners, de toeschouwers, de boefjes, de braven. En de blinde die de chaos niet ziet.


Meer nog, dan door de loop van de gebeurtenissen, wordt het verhaal verteld door de sfeer die opgeroepen wordt. Leegte, verlatenheid, onmacht, somberheid, dat zijn begrippen die als eerste boven komen.
Deze sfeer wordt prachtig weergegeven in de film die in 1993 van dit boek gemaakt is door Béla Tarr. Een zeven en een half uur durende zwart-wit film vol donkere dreigende beelden. De eerste tien minuten zie je alleen koeien naar buiten komen uit een vervallen stal en door de modder tussen de huizen lopen. Modder waarin het leven lijkt vastgelopen, tot stilstand gekomen. Het is aan ieder persoonlijk om dat leven weer vlot te trekken en richting te geven. Maar daar is moed voor nodig. Liever blijken de mensen bereid hun geld en toekomst in de handen van een ander te leggen, wat dan weer ten koste gaat van de juist verworven vrijheid. En dan blijkt het systeem nog helemaal niet uitééngevallen.


Het is een boek dat je bezig houdt. Dat je wilt herlezen.

Mostmagyarul!